United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den achtermiddag van den dag, dat de Gravin van Nassau Sonheuvel verlaten had, was de Predikant op zijn zolderkamertje in diep gepeins gezeten: de zwarte kalot was hem te warm geworden en lag voor hem op de tafel, terwijl de met konijnevellen gevoerde pij over den rug des leunstoels hing.

Wat zijn kleeding betreft, die was hoogst eenvoudig en bestond, evenals die van de meeste aanwezigen, uit een groen buis met mouwen, dat op de dijen afhing, om het midden gesloten en met bonte randen voorzien was: een kleine kalot, van rood of geel laken, met een klep van achteren, en van boven met een topje voorzien, waarvan zij den naam van toppermuts had, bedekte het hoofd tot over de ooren: een vest en hozen van dezelfde kleur en stoffage, benevens zwarte tootschoenen, maakten de verdere dracht uit der aanwezige boogschutters.

Onder dit gesprek hadden zij het boschje verlaten en waren, binnen de stad, aan de deur eener burgerwoning gekomen, van welke zij het woonhuis binnentraden. In den winkel bevond zich een bejaard man, met een klein knipbrilletje op de punt van den neus, een grijze kalot op het hoofd, een stemmig gelaat en een bijbeltje naast hem.

Van onder zijn zwarte kalot slipten eenige weinige lichtblonde haren uit, terwijl zijn ooren als de vleugels van een Cherubijntje zich van het hoofd verwijderden.

Ik ruilde graag mijn nieuwen hoed tegen de smerige kalot van Ds. Lamotius, dat ik u niet in zulke handen liet. De Gevangenpoort is voorzeker geen vermakelijk verblijf; althans daarin komen al wie er gezeten hebben overeen: ik zelf heb er nooit gelogeerd; anders...." "Zoo UEd. niet verkiest te zwijgen, zal ik u die ondervinding bezorgen," zeide de Fiskaal.

Het leed niet lang, eer de Predikant boven kwam: hij trad met een ongemeene plechtigheid de slaapkamer in: een nieuwe kalot bedekte zijn hoofd, en de Zondagsche rok versierde zijn leden: met den grootsten ernst sloot hij de deur achter zich toe, klemde den hoed met den linker-elleboog stijf tegen de borst aan, liep recht op den Baron toe, leunde de twee duimen op de tafel, zag den Heer van Sonheuvel vlak in 't gezicht en zeide vervolgens: "gij zijt als een Christen verplicht, Joan alles te zeggen."

De man is reeds van gevorderden leeftijd: hij draagt eene kalot op het hoofd, en een knijpbril op den neus, en is bezig, uit platgemaakte schelpen, waarmede verschillende houten bakken naast hem gevuld zijn, de zoodanige te kiezen als hem dienstig zijn voor zijnen arbeid.

Hij was niet in eene stemming om op te merken hoe hard de zitting was van zijn matten stoel, of hoe spoedig zijne voeten een gat geboord zouden hebben in het halfversleten karpet onder zijne tafel. Hij zag op uit zijn boek en staarde in den tuin. Daar drentelde de pastoor op en neder, met eene lange goudsche pijp in den mond en een zwartfluweelen kalot op het hoofd.

De hellebaardiers staan recht en salueeren met de wit katoenen hand. In den draagstoel schemert zichtbaar de gezetene gestalte van den Paus, oud-tenger, in het wit, de witte kalot op de grijs-witte haren, het hoofd buigende links en rechts en de handen naar de menigte rechts en links heffende met het gebaar der zegenende vingers.

En de Opperpriester verrijst eindelijk, zichtbaar nu boven de oogen der menigte, in de gouden kazuifel, de witte kalot op de witgrijze haren en voorzichtig, langzaam plechtig, doen zijne handen de gebaren, die heiligen.... Kleintjes klinkt de bel en klinkt weêr en de menigte knielt, dicht in elkaâr gedrongen....