United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het wekt dan ook geenszins onze bevreemding, dat de Egyptenaren in hun godsdienstige voorstellingen steeds terugkeerden tot het licht, dat voor hen het zinnebeeld en de bron van alle leven was; dat zij al de kracht van hun geloof samenvatten in die zonnemythen, waarin zij hun denkbeelden omtrent het leven aan deze en gene zijde des grafs nederlegden, denkbeelden, die onder andere vormen zijn blijven voortbestaan en nog steeds worden gehuldigd in een wereld, die, zonder zich daarvan bewust te zijn, veel heeft te danken aan de wijsheid der oude bewoners van Egypte.

Dan, opziende, zag hij nu met geen mindere bevreemding, het duiveltje met de kaars in de hand naast hem zitten, en wel zoo dicht, dat het schijnsel der vlam hem belette de overzijde te zien. Dat duiveltje had volkomen de gelaatstrekken van den zoo raadselachtigen Van Dyk, of hoe hij heeten mocht.

Bij het verlaten der voorsteden van Calcutta, werden wij gevolgd door een zeker aantal Europeanen, die onze equipage verbaasd opnamen en door een menigte Hindoes, die haar met een soort van bewondering, met vrees gemengd, aanstaarden. Deze menigte was gaandeweg verminderd, maar wij ontsnapten niet aan de bevreemding der voorbijgangers, die hunne bewonderende wahs! wahs! uitten.

Zij keerde haar hoofd rechts af en wrong de handen samen, in een beweging van beklemdheid voor het lijf uitgestrekt. Het was, als tintelde een gevoel door het vertrek en deelde zich aan al de omgeving mede, één enkel gevoel van opperste bevreemding, éen voorspelling van een onuitsprekelijk groot en nieuw geluk. Daar zag zij weêr in den spiegel en keek er zich zelf in aan.

De vier personen hadden evenmin als de anderen geweten, dat zich een wild beest aan boord, en wel in die kast bevond; doch zij bezaten een zoo groote en lang geoefende zelfbeheersching, dat het hun niet moeilijk viel hun bevreemding te verbergen. Het gebrul was ook onder het dek in de kajuiten gehoord.

Vreemd is de indruk, dien het stadje het heeft niet voluit 1000 inwoners maakt met zijne vele poorten, zware logge wallen en de grillige omtrekken der daken, aanhoudend afgebroken door kleine torens. De bevreemding stijgt met elken stap, wanneer men, door een der poorten binnengetreden, die smalle straatjes doorloopt tusschen die oude hooge gebouwen.

Schimmen van schemering wachtte hen, en leidden hen in 't geheimzinnig rijk. Werden ze één met den nevel, bleven zij toch bestaan binnen den nevel? Eeuwig was het stil, en er woei geen klank meer over van Zeeland, waar de levenden wonen. Als in een bosch, wanneer de nacht nabij is iedere klank zou bevreemding wekken waren zij tezamen. Hoelang? Wie meet den tijd in de eeuwigheid?

"Engel? Welken Engel bedoelt gij?" "Den jager en vallen-opzetter, die hoog in het gebergte geweest is, aan het Zilvermeer." "O, die? Meent gij dien?" vroeg Droll met zichtbare bevreemding. "Hebt gij hem gekend?" "Ja, en zeer goed ook. Leeft hij nog?" "Neen, hij is dood." "Weet gij dat stellig?" "Ja, zeer stellig. Waar hebt gij hem leeren kennen?" "Juist daarboven aan het Zilvermeer.

Daar is te veel bitterheid in uwe vraag, dan dat zij uit belangstelling kan voortkomen, en belangstelling alleen heeft hier recht op een antwoord." "Belangstelling, Mylord!" barstte ik uit, "dat is wel het zwakste woord, dat er tusschen u en mij kan gesproken worden; gij weet wel, gij moest het ten minste weten, al veinst gij bevreemding, dat het hier voor mij eene levensvraag geldt!"

"Die Fantine is toch een wonderlijk meisje. Ik zie haar met bevreemding aan. Zij verwondert zich over de eenvoudigste dingen. Veronderstel, dat ik op reis ga, en aan de diligence zeg: ik ga vooruit, neem mij in 't voorbijgaan op, aan de kade. De diligence komt, ziet mij, houdt stil, en neemt mij op. Dat gebeurt alle dagen. Ge kent het leven niet, mijn lieve!" Er verliep eenige tijd.