United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan het hoofd van dien troep reed Old Firehand met Tante Droll. Achter hen reden Humply-Bill en de Gunstick-Uncle met den Engelschen lord; om kort te gaan het waren al de blanken, die het reeds verhaalde avontuur aan den Eagle-tail als handelende personen hadden bijgewoond, en die toen naar de bergen waren opgebroken, om zich naar het Zilvermeer te begeven.

Dan hebben zij niet anders meer dan de keus, om of zich tot den laatsten man te laten doodschieten of zich over te geven." "Goed, wij zullen dien raad volgen. Maar zeg mij nu vóór alles nog één ding: waarom rijdt gij met uw zoo velen naar boven, aan het Zilvermeer?" "Dat zal ik u zeggen," antwoordde Old Firehand.

Het betrof, namelijk, het ophalen van een verbazenden schat, die in het water van het Zilvermeer verzonken ligt." De ingenieur liet een kort, ongeloovig lachje hooren. Daarom vervolgde de opzichter; "Het moge ongelooflijk klinken, sir! maar niettemin is het waar. Gij, Mr.

Wie den wampoen van een ander bezit, heeft dien persoon gedood of hem gevangengenomen. Leven de drie hoofdmannen nog?" "Ja." "Waar zijn zij?" "In onze macht, terdege opgesloten." "Aan het Zilvermeer?" "Gij vraagt te veel. Bedenk, wie zich buiten hen nog bij ons bevinden! Het zijn uitsluitend hoofdmannen en dappere krijgslieden, die later stellig ook hoofdmannen zullen worden."

Wat heeft de hoofdman der Utahs besloten?" "Eer ik dat zeggen kan," antwoordde de gevraagde, "dien ik precies te weten, waar gij de gijzelaars naar toe sleepen wilt." "Sleepen zullen wij hen niet; zij rijden met ons mee. Wel zullen zij geboeid zijn; maar pijnen zullen wij hen niet aandoen. Wij gaan naar het Teywipah." "En dan?" "Hooger op naar het Zilvermeer."

"Oef!" riep Winnetou verrast. "Een bleekgezicht! Zooals die man reed kunnen slechts twee blanken rijden, namelijk Old Shatterhand, maar die is niet hier, want dien zal ik ontmoeten, boven, aan het Zilvermeer; de tweede is Old Firehand. Zou die op dit oogenblik in Kansas zijn? Zou die het geweest zijn?" "Old Firehand?" zeide de Yankee. "Dat is een hoogberoemde naam."

De Navajos hebben een volkomen nederlaag geleden en zijn op de vlucht geslagen; de Utahs rijden hen achterna, en zullen wellicht reeds heden aan het Zilvermeer zijn." "Oef!" zei het Lange Oor, terwijl hij van verbazing met open mond bleef staan. Ook zijn onderhoorigen uitten kreten van verbazing. "Is het mogelijk?" vroeg de Groote Beer. "Spreekt deze blanke tante de waarheid?"

Er zijn daar genoeg uitspringende rotsen, waarachter gij u kunt verbergen. De Utahs zullen de Navajos dicht op de hielen zitten, om gelijktijdig met hen het Zilvermeer te bereiken. Gij moet de vrienden te hulp komen; en zoodra gij de vijanden ziet naderen, aan ons een boodschapper zenden, opdat wij ook te hulp komen.

Gij zult goede bekenden onder ons vinden. Maar er is nu geen tijd om te praten. Waar wilt gij naar toe?" "Naar het Zilvermeer." "Wij ook. Rijdt nu maar verder. Zoodra uw vervolgers voorbij zijn, komen wij ook: dan zitten zij tusschen ons in!" "Heerlijk, heerlijk!" riep Old Shatterhand. "Welk een blijdschap en welk een geluk, u hier te ontmoeten!

De Apache zette een alleroolijkst gezicht, toen hij antwoordde: "Onder de bleekgezichten bevindt zich iemand die zich zelf en de zijnen niet zoo gemakkelijk laat doodmaken." "Wie is dat?" "Old Shatterhand." "Wat!" riep de jager, van verwondering opspringende. "Old Shatterhand, dien gij boven, aan het Zilvermeer, hoopt te ontmoeten? Zou die werkelijk reeds hier zijn?"