Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Toen stond mijnheer Keye op, en zijn hoon was scherper dan een snijdend zwaard. Hij bezag den armen jongen, schudde 't hoofd en smaalde: "Ge ziet er wel naar uit, of ge den koning met uwen raad kunt dienen. Niemand wilde ons tot dusver immers raden?
»Hij heeft zich al bezeerd,« zei de oude heer ten slotte. »En ik vrees,« voegde hij er op vasten toon bij, terwijl hij naar de kooi keek, »ik vrees werkelijk, dat hij ziek is.« »O ja, wel zeker!« smaalde Mr. Fang. »Kom, jonge rakker, geen van je kunsten hier; daar kom je niet verder mee. Hoe heet je?« Oliver trachtte te antwoorden, maar zijn tong weigerde hem den dienst.
Toen hij zag, hoe het zijn makker verging, vluchtte Yanko in allerijl, maar Koulash had bijna geen tijd noodig om het vluchtende paard te achterhalen en Milosh liet op den schouder van zijn ruiter zulk een slag vallen, dat ook hij op den grond werd geslingerd, waar hij vier keer omtuimelde, voordat hij liggen bleef. "Wacht even! O, Yanko!" smaalde Milosh.
Uit een en ander maakten wij op, dat de Visbeenen aan onzen snellen aftocht eene geheel verkeerde uitlegging gaven. Blijkbaar verkeerden zij in den waan, dat wij bang voor hen waren en daarom overijld het hazenpad kozen. »Ik geloof, dat zij ons achtervolgen!» zei ik. »Hoor ze eens schelden, die dappere Visbeenen!» smaalde Karel, die erg boos op hen was.
»Niet om jou,« antwoordde Oliver, haastig den traan wegvegend. »Dat moet je niet denken.« »Nee, niet om mij hè?« smaalde Noah. »Nee, niet om jou,« antwoordde Oliver vinnig. »En nou is 't genoeg. Praat nou niet meer over mijn moeder; ik waarschuw je!« »Waarschuw je!« riep Noah. »Zoo, zoo! Waarschuw je me? Weesjongen, word niet brutaal. Jouw moeder, pf! Ze was nogal 'n mooie!
"Wat een stank," smaalde de admiraal met zijn gewonen vloek, "dat volk ruikt nog eens zoo erg naar wilde beesten, wanneer ze in de zon staan te bakken, ge weet."
Paul, die 't nu ernstig meende, bracht haar bij zijn moeder. Ze smaalde op de gewoonten van Pont-l'
Vooral schoon Franske smaalde op zijn vroegeren makker, dien hij nu haatte en vreesde tegelijkertijd, wijl hij hem verdacht Fientje te hebben opgestookt tot het opstootje, waar de vuurrosse schoonheid der plezante bazin, zoo deerlijk gehavend was uitgekomen.
"Veel hei-'k van me leven gehoord", smaalde Essie: "maar hoe men koud zout bij koud water doeit koud bij koud om water as steen te dooie nee, daar staat mìjn verstand bij stil!" Even schrikten ze van 'n knor-geluid in de leiding. "Hij krijgt 't benauwd", lachte Mijntje: "hij laat 'n wind"... "Hei-'k gelijk dad-'t niks hellept!" zei Essie, wijs 'r hoofd schuddend: "zout! Hoe komp men an zout?
»Wist 't niet, laffe spitsboef!« snauwde Sikes. »Hoorde je dan 't leven niet?« »Ik heb er niks van gehoord, zoo waar ik leef, Bill,« antwoordde de Jood. »O nee! Jij hoort niks, natuurlijk niet,« smaalde Sikes met een woesten grijns. »Jij sluipt altijd in en uit, dat niemand je hoort komen of gaan! Ik wou, dat jij een halve minuut geleden de hond was, Fagin.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek