Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
»Och ja, weesjongen,« ging Noah, aangemoedigd door Oliver's stilzwijgen, voort; hij sprak nu op een spottenden toon van gehuicheld medelijden de meest ondragelijke toon, die er bestaat. »Och ja, weesjongen, daar is nou niks meer an te doen; en natuurlijk kon jij 't toen ook niet helpen; en 't spijt me voor je; en 't spijt ons allemaal en we hebben met je te doen.
Oliver's kleur werd donkerder, terwijl hij dit zeide; hij haalde snel adem, zijn mond en neusvleugels trilden verdacht, wat mr. Claypole aanzag als de voorteekenen van een hevige huiluitbarsting. Onder dezen indruk hernieuwde hij den aanval. »Waar is ze an gestorven, weesjongen?«
Behalve natuurlijk de twee, die verleden week gestorven zijn. En kleine Dick.« »Is die jongen nog niet beter?« vroeg Mr. Bumble. Juffrouw Mann schudde het hoofd. »'t Is een slechte, ziekelijke, koppige weesjongen,« zei Mr. Bumble boos. »Waar is hij?« »Ik zal hem binnen een minuut hier brengen,« antwoordde juffrouw Mann. »Dick! kom hier!« Na eenig geroep werd Dick gevonden.
»Gekke vent!« zei Charlotte en barstte in een hartelijken lach uit, waarmee Noah instemde; daarna keken zij beiden minachtend naar Oliver Twist, die rillend op de kist zat in het koudste hoekje van de kamer en zich te goed deed aan de overgeschoten brokken, met opzet voor hem bij elkaar gezocht. Noah was wel door de liefdadigheid opgevoed, maar geen weesjongen uit het armhuis.
Maar je moet weten, weesjongen, je moeder was een gemeen straatwijf.« »Wat zeg je?« vroeg Oliver, den ander scherp aanziende. »'n Gemeen straatwijf, weesjongen,« antwoordde Noah koeltjes. »En 't is maar goed, weesjongen, dat ze op z'n tijd doodging, anders zou ze in Bridewell te werk gesteld zijn of uit 't land gejaagd of opgehangen; dit is nog 't waarschijnlijkst van alles, denk je niet?«
»Jij weet zeker niet wie ik ben, weesjongen?« ging hij voort, terwijl hij met voorbeeldige waardigheid van het paaltje af kwam. »Nee, meneer,« stemde Oliver toe. »Ik ben meneer Noah Claypole,« zei de jongen, »en jij staat onder mij. Neem de luiken af, luie rekel!«
Hy stamelde: Ja, Gus... ja, Franssie... maar de peperment? 't Is maar, weetje-n om je te zeggen dat we heel erg fatsoenlyk zyn. Ja. Gus. En braaf. Ja...a...a... Franssie! Arme Wouter! En daar je zei dat je geen zakgeld krygt... Ja, Wouter, en weetje, omdat onze pa zoo fatsoenlyk is... als 't winter wordt kan je 't zien, dan gaat-i rond met 'n weesjongen... Ja, en-i schelt aan al de deuren.
»Niet om jou,« antwoordde Oliver, haastig den traan wegvegend. »Dat moet je niet denken.« »Nee, niet om mij hè?« smaalde Noah. »Nee, niet om jou,« antwoordde Oliver vinnig. »En nou is 't genoeg. Praat nou niet meer over mijn moeder; ik waarschuw je!« »Waarschuw je!« riep Noah. »Zoo, zoo! Waarschuw je me? Weesjongen, word niet brutaal. Jouw moeder, pf! Ze was nogal 'n mooie!
Bumble. »De goede, vriendelijke heeren, die zoo goed als vader en moeder voor je zijn, nu je ze zelf niet hebt, gaan je in de leer doen; ze geven je een plaats in de maatschappij en maken een man van je, ofschoon het de gemeente drie pond en tien shillings kost drie pond tien Oliver zeventig shillings één honderd en veertig sixpences! en dat allemaal voor een rakkert van een weesjongen, waar niemand van houden kan.«
"Toen u weken lang wegbleeft, was ik naar Apia gevaren, gedeeltelijk om een onderhoud te hebben met directeur Beckmann en hem om raad te vragen, wat ik in mijn toestand als verlaten weesjongen doen moest, gedeeltelijk om wat nieuwe kleeren aan te schaffen, daar het met mijn garderobe vrij kaaltjes gesteld was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek