Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
"Donder z'r af!", riep er een en bij 't toornig geblink van de sabels, joelden de angstigen heen, ruw geduwd bij 't geaarzel. Eleazar en Rebecca, elk met 'n kind op den arm, schuilden op 't bordes bij den man die verwond was. Op 't blauwzerk-plateau had zich een kijkkring gevormd om den plas, die schuw de voeten deed wijken, als vreesden de schoenen de branding van 't lauw-walmend bloed.
Vroolijk, gijntjes schreeuwend, groepten ze om de twee tafels, pratend over 't nieuws, over de kou buiten, over de handigheid, 't gogme, van Eleazar om visch te vangen in 'n bijt. Telkens als Essie, zuinig mikkend, 'n bliek op 'n bord had geschept, vroeg Rebecca zangerig-vrindelijk: "Lus u ook wat van mijn klatsch?", en als iemand dan ja zei, smeerde ze den potlepel in de brei.
In 't trapduister 'r kopje tusschen z'n handen nemend, dat de flardige brochures in 'r haar ritselden, kuste-die 'r voorhoofd, zei met z'n ouwen, mallen, wijzen toon: "As we getrouwd zijn, Rebecca, mag je dat nog niet zegge."
Ook in Zuid-Afrika worden zij door de inwoners niet versmaad; de Hottentotten houden er veel van, en als het land, zooals nu hier het geval is, door sprinkhanen-zwermen wordt overstroomd, verzamelen zij ze en zouten ze in aarden potten in, om ze te kunnen bewaren. Maar is er geen middel op, om dat gevaarlijk insect te verdelgen? vroeg Rebecca.
Rebecca sprong op van vreugde, en eer de kapitein het verhoeden kon, viel zij op de knieën. O, heb dank! riep zij uit; ja, neem mij mede, ik wil uwe dienstmaagd, uwe slavin zijn, maar red mij uit dit land. Neen, zeide de kapitein, niet mijne dienstmaagd en niet mijne slavin, maar mijne vrouw zult ge zijn als ge wilt, en hij hief haar op van den grond.
Toen Rebecca met 'r emmer kwam, vóór Essie en Mijntje, had-ie gescholen in 't scheemren der kamer. Hij was bang voor 'r oogen, de bloed-opjagende oogen onder de donzing der brauwen. As-ie 'r wèer alleen zag, wat dan? Hij wist 't niet. 't Maakte 'm gejaagd en verlegen.
Zoo gezegd zoo gedaan, en terwijl Aroesi met Rebecca en Mohammed achterbleven, gingen de luitenant en de kapitein op weg, en Selam met de drijvers trok om de legerplaats in altijd grooter kringen om den verlorene op te sporen. Wat was er intusschen van Dries geworden? We zullen het zien.
Na Rebecca een jaar ongeveer te Marseille te hebben gelaten om haar opvoeding te voltooien, zijn wij thans gehuwd en elken dag zegen ik u, die de oorzaak is van mijne reis naar Fez en dus de eigenlijke aanleiding, dat ik Rebecca heb ontmoet.
Haar gelaat was rood van toorn en zij schudde het hoofd op heftige wijze als om te kennen te geven, dat de Jood onwaarheid sprak. Het werd intusschen donker in de kamer. Rebecca! zeide de Jood, steek licht aan. Het meisje trad naar het midden der kamer, waar eene oude roestige lichtkroon hing en ontstak een paar kaarsen. De Jood volgde scherp toeziende al hare bewegingen.
Nou, gedank, had-ie 'n paar vrije uurtjes en trek op z'n woord-van-werachtig trèk. Z'n skelet-handen bewogen als in weving over de deken, z'n oogen leien verdoft in de kassen. "Laat Joozep en Rebecca maar hiernaast eten", zei-die blazend: "ik stik enne zij krimpe van de kou. Sally enne Rozetje enne Serre hèbbe al gegete 'n wonder hoe kindere door alles heenslape"...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek