Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Wi-jij d'r een rooke, 'n echte Rùssische, na je soupé? 't Is 'n fijne."... "Graag", sprak lachend Eleazar en terwijl de hoekige jood er een uitzocht, keek hij naar 't matras op den grond, waar hij hoofden onderscheidde een klein kind een jongen met aankomend snordons en Rebecca die 'm aan lag te kijken, lachrig-verlegen.

Een half of drie kwart uur verliepen zonder dat zich eenig verschijnsel openbaarde, en reeds dacht men dat de dosis te klein was geweest, doch opeens begon de luitenant op opgewekten toon druk mede te praten. Aroesi gaf den kapitein en Rebecca een wenk, en Dries hield, met eene angstige uitdrukking op het gelaat, de oogen op zijnen heer gevestigd.

Men bad God voor de gehuwden om de gaven der wijsheid en eener talrijke nakomelingschap, men herinnerde hen, "dat de eerste vrouw was geschapen uit een rib van Adam," "dat de vrouw vader en moeder moest verlaten om haar man aan te hangen"; men bad God "hen te zegenen als Izaak en Rebecca, als Mozes en Sippora, en hen kinderen te doen aanschouwen tot in het derde en vierde geslacht."

Blijf 'r af!" "Dan niet," zei Eleazar geduldig, Rebecca wenkend den zieke met rust te laten. Hij wist van z'n eigen ziekbed hoe je bij tijjen om 'n kleinigheid verstoord kon wezen en wat moest iemand zich ellendig voelen met zùlke afzichtelijke wonden. "Wille we nog wat pr

Hij lachte om de eigen aardigheid, hoestte, zuchtte plezierig nou-die zoo tof lee. "...Pappen," redeneerde Eleazar, die bij 't bed zat, terwijl Rebecca de kachel porde: "pappen ken nóóit goed zijn bij open wonden"... "Ach waas! Ach waas! Pappe met roggebrood is beter as honderd frotte schtinkende drankies.

Ik gevoel lust er weder te keeren om den korten tijd, die mij op aarde overblijft, daar in rust te slijten, maar dat gaat niet. Mijn geld zit in verschillende zaken mijner geloofsgenooten; zoo ik vertrok, ware het verloren en zonder dat zou ik niet kunnen leven. Eene plotselinge ongeduldige beweging van Rebecca trok de aandacht van den kapitein.

De vlucht werd bepaald op den anderen morgen vroeg, en nu alles geregeld was, begaf de kapitein zich ter ruste om Rebecca niet te hinderen in hetgeen zij nog had te verrichten. Wat ging zij blijmoedig aan den arbeid, wat schitterden die oogen van genot, wat klonk die stem vol en helder door het huis, waarin zoo langen tijd geen vroolijk lied was gehoord.

Hij had dorst, dronk gulzig-slurpend de koude thee, die Rebecca 'm gaf, vroeg vloekend om pap. Dan klagerig-schreiend, afrukkend de broeiende lappen, bekeek-ie, zoover-ie zich buigen kon, de rottende gaten van z'n heup en 't been. "Poddy!", zei Eleazar.

"Wil u nog wat van mijn klatsch?", vroeg Rebecca weer.

Hoe, vroeg de kapitein, wat belet u mijn voorstel aan te nemen? De wet van den Sultan, zeide zij, die eene Joodsche vrouw verbiedt Fez of Marokko te verlaten. Wat! riep de kapitein toornig, houdt men zoo de Joden te Fez? Maar dat is schandelijk! Niet waar? zeide Rebecca, en een tranenvloed ontsprong aan hare oogen. Dat was meer dan de kapitein kon verdragen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek