Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


"Niet!" hervatte de Baron: "nu, dan weet ik het: gij zijt een Arminiaan, Joan!" "Goede hemel!" riep Barbara, de handen boven 't hoofd ineenslaande; "een Arminiaan!" "En wat nog erger is, een Sociniaan!" vervolgde Reede. "Een Sociniaan! Dat verhoede de Heer!" zeide Mejuffrouw Raesfelt, met dezelfde gebaarden. "En wat het ergst van alles is, een huichelaar."

Joan drukte hem met warmte nogmaals de hand en verzekerde hem van zijn blijdschap, dat Dominee althans hem niet vergat, 't geen hem tot een blijk strekte, dat hij zich nog niet als geheel ongelukkig moest beschouwen. "Geheel ongelukkig!" herhaalde Raesfelt: "en wie leeft er op aarde, die zich alzoo durft noemen? Het zal met u zijn, gelijk de Psalmist zegt: De stricken des Doods hadden mij omvaên.

"Aha!" zeide Ludwig: "gij komt dus van de Remonstrantsche Heeren? dat verandert de zaak; ofschoon het mij verwondert, dat de kweekeling van Ds. Raesfelt zich met Arminianen ophoudt."

Doch wij zullen zien: ik zal er den knaap over spreken en hem tusschen twee voorstellen laten kiezen, zoolang er zich geen derde opdoet." "God geve, dat het tot zijn tijdelijken en eeuwigen voorspoed gedije," zeide Raesfelt. "Amen!" zuchtte de Baron hem na, de muts afnemende. "Maar," vervolgde hij, van toon veranderende: "zullen wij niets gebruiken? Hebt gij reeds iets genuttigd, Dominee?"

"UEd. hier, heer Baron!" vroeg Raesfelt, vol verbazing, "wel wie kon UEd. hier verwachten! ei! wees zoo goed en neem uw gemak: ja waarlijk!" vervolgde hij, rondziende: "ik geloof niet, dat er een stoel meer in de kamer is: wacht ik zal roepen, dat men den armstoel boven brenge." "Doe geen moeite, Dominee!" zeide de Baron; "hier is immers een zitplaats."

"Ja! die vreemde vrouwen!" zuchtte Raesfelt: "wel zegt Salomo: ""al wie tot haar ingaan, zullen niet wederkomen."" Op dit oogenblik hoorde men een verward gedruisch op de straat, door een luid geklop aan de voordeur gevolgd: en weldra liet zich de stem van den Heer des huizes kennelijk onderscheiden. "Godlof!" riep Mevrouw: "daar is mijn man!

Eindelijk kwamen zij overeen, dat Raesfelt den Baron zou verzekeren, dat Joan geen boos opzet hoegenaamd tegen hem had gevormd, en alle mogelijke middelen in 't werk stellen, om een onderhoud met den Jezuïet te hebben, ten einde van dezen de waarheid betreffende Joans afkomst te verstaan; en dat Joan zich hoe eer hoe beter naar Den Bosch zoude begeven, om zijn oom Don Louis te bezoeken, en met dezen te overleggen, wat hem te doen stond.

Terwijl dit alles voorviel ten huize van de Gravin van Nassau, zaten Joan en Hendrik Raesfelt, die den geheelen dag, zonder eenig bezoek, in groote verveling hadden doorgebracht, op den nacht te wachten, welke verlossing aan moest brengen, toen de knecht des cipiers hun gevangenis binnenkwam en Joan verzocht hem te volgen, vermits er iemand beneden was, die hem verlangde te spreken.

"Mijn zegen hebt gij, mijn zoon!" zeide Raesfelt, opstaande en de beide handen boven het hoofd zijns zoons uitstrekkende: "ach! mocht hij de kracht bezitten, om u af te leiden van het verderfelijke doolpad, dat gij gekozen hebt. Dan God alleen kent de harten: niemand kan tot Hem komen, dan die door den Geest tot Hem geleid wordt.

Dan Jost noch Karl konden hem te hulp komen: want verscheidene dorpelingen, waaraan Juffrouw Raesfelt verhaald had, dat er ruiters op het kasteel gekomen waren, hadden zich inmiddels aan den buitensten ingang vertoond en hielden er de twee ruiters in bedwang; de drie anderen, die aan het achterhek post gevat hadden, kwamen op het gerucht aanrijden, om hun makkers bij te springen; en het ware tot een algemeen gevecht gekomen, bijaldien niet de Baron op de bank van zijn rijtuig geklommen was en van daar uit de hoogte een algemeene stilte geboden had.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek