Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Niets, niets! sprak hij vaag en hij moest geduldig wachten, tot Greta terug was gekomen. Toen gingen zij door het achterhek van den tuin de Boschjes in. Zij liepen langzaam, zonder woorden, Cecile wat spelende met de lange handschoenen, die zij niet aanschoof. Heusch ... begon hij, aarzelend. Wat dan toch? U weet het wel; wat ik u verleden ook zei: het is niet goed ... Niet goed? Wat we doen.

"Ja! die is hier wel geweest," klonk de schrille stem van Mejuffrouw Raesfelt achter hem: "ik heb den man, dien gij beschrijft, met Bouke door het achterhek op Sonheuvel zien komen, toen ik gisteren naar huis ging over de steenen brug."

Gij Roelof Sla-der-op, Peter Keinkenate en Hans Knipper, aan het achterhek! niemand uit of in te laten! Gij, Joost Steek-maar-toe, Karl Blutzaufer en Melis Pif-paf, aan de slotpoort! Niemand er uit! Niemand er in! Frans Smijter en Meeuwis Kriegelkop volgen mij naar binnen."

Misschien was het zoo erg niet: ik zal het eens trachten uit te vorschen; want op den voedsterbroeder mijner Ulrica mag geen smet blijven kleven." "Gij zult mij vermaak doen," zeide Ulrica, met een minzame hoofdbuiging, terwijl dankbaarheid in haar oogen flonkerde; "doch wij zijn aan het achterhek: hier, Mijneheeren! zullen wij u verlaten."

Aan het achterhek van hun erfje, in den schemeravond met beginnenden maneschijn, stond het kind hartstochtelijk te huilen: ze lieten 'r nog liever dóódgaan dan dat ze wat voor 'r deden!.... Een duister-broeiende vijandelijkheid was in haar hart tegen de twee groote vrouwen daarbinnen, wier zware, zwarte schaduwen ze bewegen zag op het neergelaten keukengordijn.

Daarna Eva's genoegen als ze merkt, dat haar vrijertje Piet Erckelens het woord ook zoo goed weet te gebruiken. Hij zette zijn gezicht zoo ernstig mogelijk. Ja, hij had het wel gedacht: de jongens speelden nergens. Hij was al in den boomgaard geweest, èn bij de vischplaats, èn bij de tuintjes, èn bij het achterhek ... nu zou hij nog eens in den moestuin probeeren. Hij naderde.

Zwijgend bracht de hertog hem door het park naar het achterhek waar een rijtuig stond te wachten, zwijgend omhelsden de twee mannen elkaar, zwijgend reikte Rousseau aan den ouden edelman de sleutel van 't hek die in zijn bezit was; nooit vergat hij de haastige beweging, waarmee de hertog naar die sleutel greep.

Van iemand, die een blauwe scheen kreeg, heet het: "hij heeft het achterhek mede gekregen"; iemand in gevaar brengen: "iemand het vuur op de hilde beuten"; wie wil geven, maar liefst het geld in den zak houden: "hij wil poesten en houden het meel in den mond"; volgens schriftelijke mededeeling van zeer geachte zijde zou dit echter moeten zijn: "poesten en houden het meel in den zak". Beteekenis: hij wil wel varkens houden, doch geen meel verbruiken; hij wil bij kleine hoeveelheden uit den meelzak nemen, er uit poesten of met den mond blazen, zóo weinig, dat de inhoud van den zak niet vermindert.

"Huil ik ooit, Ulrica! weet je niet? toen ik laatst uit den boom sloeg, waar ik dat vogelnestje voor u krijgen zou, toen deed ik mij braaf zeer: maar ik huilde toch niet." "Neen! lieve Joan! als je je zeer doet, huil je niet: dat mogen alleen de meisjes doen; doch toen vader u laatst beknorde, omdat je het achterhek hadt opengelaten, toen huilde je wel."

Dan Jost noch Karl konden hem te hulp komen: want verscheidene dorpelingen, waaraan Juffrouw Raesfelt verhaald had, dat er ruiters op het kasteel gekomen waren, hadden zich inmiddels aan den buitensten ingang vertoond en hielden er de twee ruiters in bedwang; de drie anderen, die aan het achterhek post gevat hadden, kwamen op het gerucht aanrijden, om hun makkers bij te springen; en het ware tot een algemeen gevecht gekomen, bijaldien niet de Baron op de bank van zijn rijtuig geklommen was en van daar uit de hoogte een algemeene stilte geboden had.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek