Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Misschien was het zoo erg niet: ik zal het eens trachten uit te vorschen; want op den voedsterbroeder mijner Ulrica mag geen smet blijven kleven." "Gij zult mij vermaak doen," zeide Ulrica, met een minzame hoofdbuiging, terwijl dankbaarheid in haar oogen flonkerde; "doch wij zijn aan het achterhek: hier, Mijneheeren! zullen wij u verlaten."

Lang was zij als op de plaats genageld blijven staan, eer zij kracht genoeg vond om haar voedsterbroeder te naderen, hem de hand toe te reiken en met een flauwe stem tot hem te zeggen: "ik behoef u niet te zeggen, of ik in uw geluk deel neem."

"En hoe was de schoone Jonkvrouw te moede?" vroeg Eugenio: "betoonde zij geen blijdschap over de terugkomst van haar vriend en voedsterbroeder?" "Meer dan mij lief was, heeft haar die terugkomst aangedaan." antwoordde Mom, verwonderd opziende, dat Eugenio ook de betrekkingen scheen te kennen, die er tusschen Joan en Ulrica bestonden. "Alzoo een medevrijer!" "Ja, en die vrij ontijdig opkomt.

Zoolang zij nog, door valsche blijken misleid, Joan voor een laaghartigen moordenaar had moeten houden, hadden spijt, verontwaardiging en maagdelijke fierheid haar doen toestemmen in een echtverbintenis met een alom geachten, deftigen en haar liefde volkomen waardigen echtgenoot, gelijk de Baron haar den Ambtman beschreven had, en waarvoor zij dezen ook te goedertrouw bleef houden; maar thans, nu Joans onschuld bleek, kwamen de waarschuwingen en zijdelingsche wenken, welke haar voedsterbroeder tegen Mom gedaan had, haar met hernieuwd gewicht voor den geest spelen: nu kwam het beeld van hem, die haar twee dagen te voren van een dreigend gevaar verlost had, zich voor haar geest stellen, en het kloppend hart verried maar al te zeer partijdige liefde voor den verwijderden koele onverschilligheid voor den begunstigden minnaar.

Hij stond op de monsterrol ingeschreven als Jonker Joan van Craeihorst." "Jonker Joan van Craeihorst!" herhaalde Ulrica, verbleekende. "Is hij UEd. bekend?" vroeg Botbergen haastig, "dan spijt het mij iets te zijnen nadeele gezegd te hebben." "Onvoorzichtige!" riep Mom, een ontevreden houding aannemende: "die heer van wien gij spreekt, is de voedsterbroeder van onze waardige Freule!"

Ze hadden één bed te zamen; waar de voedsterbroeder lei 't Blauw slagzwaard tusschen zich zelven en haar die lag aan zijn zij, En zij keek en lett' er op gansch niet; maar als met dooden geschiedt, Lag zij met gevouwen handen, bewoog dien nacht zich niet, En zóó stil lag het Beeld van Gunnar als één wien het leven verging.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek