United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Gijsbrecht, mijn Gijsbrecht!" had zij uitgeroepen, en daarna was zij half bewusteloos in de armen van haar trouwen schildknaap nedergezonken. Doch spoedig had zij zich hersteld en met een kloppend hart den strijd gadeslagen. Daar viel Vianen. Godlof, Gijsbrecht overwint. Nu nadert hij haar met een glimlach van geluk op de lippen. Hij breidt de armen uit en vurig omhelzen zij eikander.

"Wij zullen daarover nader spreken," antwoordde de Ritmeester: "thans moeten wij zorgen, dat de aftocht zoodra mogelijk geschiede." "Juist," zeide Bouke, hem buiten de schuur volgende, "wel zegt het spreekwoord, dat al wat gaat ook terugkeeren moet." Godlof! het is mijn heer! ik heb zijn stem gehoort. Vondel, Gijsbrecht van Aemstel.

Lewin boog zwijgend; ook Kitty zweeg zonder op te zien. "Godlof! zij heeft hem bedankt!" dacht de moeder en haar gelaat verhelderde en plooide zich tot het stereotype lachje, waarmede zij elken Donderdag haar gasten placht te ontvangen. Zij nam plaats en knoopte met Lewin een gesprek aan over het buitenleven.

Maar nu, Godlof! met dien vreeselijken Erbfeind, terwijl alle Landeskinder gereed moesten staan om 't leven voor 't vaderland te wagen, ja nu behoudt zij haar jongen toch, haar ondeugenden besten Frits, ha! omdat hij gelukkig nog te jong is.

"Ja! die vreemde vrouwen!" zuchtte Raesfelt: "wel zegt Salomo: ""al wie tot haar ingaan, zullen niet wederkomen."" Op dit oogenblik hoorde men een verward gedruisch op de straat, door een luid geklop aan de voordeur gevolgd: en weldra liet zich de stem van den Heer des huizes kennelijk onderscheiden. "Godlof!" riep Mevrouw: "daar is mijn man!

Dag mijn lieveling, groet uw man hartelijk voor mij, en wees u zelf innig omhelsd door uw eigen dochtertje K. Rembang, 11 December 1903. Mijn liefste, beste Vrienden. Of ik niet weet, met welk een verlangen naar dezen wordt uitgezien, mijn eersten brief uit mijn nieuwe tehuis. Godlof, een tehuis, waar ik het in alle opzichten goed en lief heb, waar wij allen mèt en door elkaar gelukkig zijn.

Zij is het land opgevlucht voor de Spanjaarden, en ik weet niet, waarheen zij gegaan is." De man keek hem met innig leedwezen aan, en de vrouw, die evenzoo aan de deur verschenen was, kreeg de tranen in de oogen, toen zij den armen jongen zag. De menschen wisten wel, wat er op de hoeve gebeurd was. »Wij hebben Anna gezien, Marten," sprak de man. »En zij is Godlof den Spanjaarden ontkomen.

Ook Aelbert en Marten sprongen op en ijlden naar hem toe, en de Vrijbuiters stonden in de grootste verbazing hem aan te staren. Maar vreugde tintelde in hun oog, en een blijde glimlach plooide hunne lippen. »'t Oude Hoen!" riep Claes Kees Symensen verheugd uit. »God lof! Hij is het gevaar ontkomen!" En van alle kanten klonk het: »Godlof! Godlof! Hij leeft, en is het gevaar ontkomen!"