Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


Hij werd als de velen, die Wistik gesproken hadden. 't Werd winter, en hij merkte het nauwelijks. Op een killen, mistigen morgen, toen de natte, vuile sneeuw op de straten lag en van boomen en daken droop, ging hij met Pluizer zijn dagelijkschen gang. Op een plein ontmoette hij eenige jonge meisjes, op een rij, met schoolboeken in de hand. Ze wierpen elkaar met sneeuw en lachten en stoeiden.

In een oogwenk waren zij er over gezweefd en kwamen neer op vochtig gras naast een grooten zandhoop. Johannes dacht in een tuin te zijn, want hij hoorde 't ruischen van boomen in 't ronde. 'Let nu goed op, Johannes, en houd dan nog eens vol, dat ik niet meer kan dan Windekind. Toen riep Pluizer luide een korten, somberen naam, die Johannes deed huiveren.

'Ik wilde Johannes ditzelfde gezelschap nog eens laten zien, zeide Pluizer en knipoogde grijnzend. 'Kan dat? 'Van avond? vroeg de Dood. 'Waarom niet? zeide Pluizer. 'Daar is uur noch tijd. Wat nu is, is altijd geweest, en wat worden zal, is er reeds. 'Ik kan niet mede, zeide de Dood, 'ik heb te veel werk.

Er komen echter iederen dag weer een massa nieuwen en die beginnen dagelijks te zoeken, zonder te weten waarnaar, en zoeken en zoeken totdat ze eindelijk Hein vinden, zoo gaat het al een aardig poosje lang en zoo zal het ook nog wel een poosje blijven aanhouden. 'Zal ik ook niets anders vinden, Pluizer, niets anders dan ...

Vreemd schenen hem die blijde tonen, die feestzang te midden van stillen slaap en donkeren rouw. 'Dat is de klok, zei Pluizer, 'die is altijd even vroolijk, jaar in, jaar uit. Elk uur zingt zij ditzelfde lied met gelijke kracht en opgewektheid.

Zich-zelven vergeleek hij wel met den jongen meikever, die niet wist wat een roeping was en in het licht vloog. Hij voelde zich alsof hij hulpeloos en verminkt op het vloerkleed rondkroop, met een draadje om 't lijf, een scherp draadje, waaraan Pluizer rukte en trok. Ach, den tuin zou hij wel niet meer vinden, wanneer zou de zwarte voet komen en hem verpletteren?

'O ja! een van mijn beste vrienden, en ik heb veel vrienden. Maar ik wist dat ook zonder Wistik. Ik weet veel meer dan Wistik. Wistik is een goed ventje, maar dom, buitengewoon dom. Ik niet! lang niet! En Pluizer klopte zelfvoldaan met zijn mager handje op zijn groot hoofd. 'Weet je, Johannes, ging hij voort, 'wat een groot gebrek van Wistik is?

'Ja, verbazend doelmatig,'zei Pluizer, 'jammer dat het grootste deel van die doelmatigheid en fijnheid tot niets dient. Hoeveel bloesems worden vruchten en hoeveel pitten worden boomen? 'Maar het schijnt toch alles naar een groot plan gemaakt, antwoordde Johannes. 'Zie! de bijen zoeken honing voor zich zelven en weten niet dat zij de bloemen helpen, en de bloemen lokken de bijen door hun kleur.

Pluizer was sterk, hij wist het, nog nooit had hij hem weerstaan. Doch hij liet niet af, en zijn wil brak niet. Het mes schitterde voor zijn oogen, hij zag vonken voor zijn blik en roode vlammen, doch hij gaf niet toe en bleef worstelen. Hij wist wat er komen zou als hij bezweek. Hij kende het, hij had het vroeger gezien. Doch wat daar achter hem lag was zijn vader, en hij wilde het niet zien.

'Zij komen er niet in, het hout is te nieuw, zeide hij bij 't heengaan. 'Ik wil, zei Pluizer en scheurde met de haakvingers lange, witte splinters krakend uit het hout. Een vreeselijke beklemming drukte Johannes. Doch hij moest, hij kon niet anders. Eindelijk kwam de donkere ruimte open. Pluizer nam het licht en kroop haastig naar binnen. 'Hier, hier! riep hij en liep naar het hoofdeinde.

Woord Van De Dag

sentimenteelig

Anderen Op Zoek