Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Het hoofd alzoo vol hebbende van Henriëtte Blaek, van mijn tante Van Bempden, van Andries en van de rooversbende van Zwarten Piet, kwam ik langzamerhand verder.
"Dadelijk, wacht nog heel eventjes," zei Piet, wiens moed begon te herleven, en die er het zijne nu eens goed van wilde nemen. Doch dat oogenblik wachten werd hun noodlottig, want achter het huis kwam de veldwachter op de teenen aansluipen. Behoedzaam verborg hij zich achter den regenbak. "Hoor ik daar niets?" vroeg Jan Vos. "Ik meende ook iets te hooren," zei Dik.
»Eerst, o ja, maar 't wordt hoe langer hoe leelijker. Bah, wat word ik akelig.» Piet stond op en begon onrustig door de kamer te loopen. Hij was nu in den volsten zin van het woord een bleekgezicht, want hij had geen kleur meer op zijn gelaat. En wat stonden zijne oogen flets! Voortdurend hoorden wij hem diepe zuchten slaken. Blijkbaar werd hij meer en meer onpasselijk.
"Gij begrijpt niet?... Gij behoeft ook niets te begrijpen, domme ezels die gij zijt," zeide Zwarte Piet, hen elk bij een arm nemende: "gij ziet den man, die daar staat: zoo hij mij gelastte u beiden op te hangen, ik zou het doen ook, voelt gij. Kom! kom! geen praatjes meer. Gij weet, waar wij elkander terugvinden en maakt dat gij van hier komt, of ik zal u beenen maken."
Na meer dan een uur lang onder het vuur des vijands alles gedaan te hebben wat we maar konden verzinnen, zonder ook maar een duimbreed te vorderen, gaf Piet Hein bevel alles uit het schip te halen wat er maar uit te halen was. Het geschut werd vernageld en vervolgens kregen we in last om op vier plaatsen den brand er in te jagen. Juist toen ik hiermede bezig was hoorde ik eenen hevigen slag.
Gert Maritz bood toen aan, om met enige vrijwilligers het vee weg te brengen, en zei dat hij wist, dat zij misschien nimmer zouden terugkeren, maar dat het beter was het leven van enige mannen te wagen, dan de gehele trek in gevaar te brengen. Piet Retief was echter onverzettelik. De meerderheid van de vergadering boog voor zijn wil, en zijn voorstel werd aangenomen.
»Un million d'excuses, monsieur!" sprak Piet, zich nu haastig omkeerende, even het hoofd buigende, zonder den hoed af te nemen, dien hij als een bestanddeel van zich zelf scheen te beschouwen. »Sir Reginald Peter Wilmot, van Desborough-Castle, Baronet," hervatte Frits, met zekeren nadruk op den titel, als om Piet te beduiden dat hij wel wat meer beleefd kon zijn.
Wij voelen geene koude meer, nietwaar, jongens?» »Geen sprake van!» klonk ons antwoord. »Stap er maar in, Pietje. Heusch, het zal je meêvallen.» »Maar 't is zoo koud,» zei Piet weifelend. »Niet zoo koud, als ongekleed aan den oever te staan,» zei Bob. »Maar je moet het zelf weten, hoor.»
De gevangenis was trouwens niet veel meer dan een kelder, en diende alleen, om bedelaars of dronkaards voor ten hoogste één nacht op te sluiten. "Ik zit hier leelijk, hè? Hoe laat zou het al wezen?" "'t Is half negen. De klok heeft pas geslagen," zei Piet. "Zeg Dik," zei Jan, "als die tralie er maar niet was, dan kon je best door dit gat kruipen, en naar huis gaan."
Ik liep op met Piet. Piet draagt een kwartiermuts op straat, omdat hij geen kepi wil koopen; z'n vrouw kan 't geld wel beter gebruiken. Hij liep zeer snel, want z'n vrouw was ziek thuis. »En ik« lachte hij »heb den heelen middag kat en muis gespeeld.... als het ten minste nog maar exerceeren geweest was!« »Het staat in de reglementen,« antwoordde ik.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek