Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 mei 2025


Zoo als zij nu naast haar buikigen broeder voortschreed, maakte zij in mij de gedachte aan den eersten droom van koning Farao zeer levendig. De ontmoeting van de drie dames was uiterst hartelijk en lieftallig; die van Van Brammen zeer vroolijk. "Bonjour, heeren!" heette het. "Ik heb ongemakkelijk veel gegeten hoor! Jongens, dat is een knap schuitje; waar haalje dat van daan, Piet?

»Neen! maar juist bij dezen! lieden van de mindere klasse, ze zouden het er voor houden, dat ik het uit piquanterie deed, omdat ze Piet van mij hebben weggenomen, en ik wil allen schijn daarvan vermijden tegenover Roestink."

"Ik geloof er trouwens ook niets van, dat hij er aan schuldig is. Maar 't is toch wonderlijk, dat de dief zoo lang met zijne diefstallen kan doorgaan, zonder betrapt te worden. Flipsen loert avond aan avond op hem, en hij is waarlijk toch niet voor de poes." "Neen, dat geloof ik ook!" zei Piet van Dril lachend. "Daar weten wij van mêe te praten, ?

Weet gij, ik heb van den jongen gehouden, hij was zoo levendig, zoo vlug, zoo dienstvaardig, en dan te moeten denken, dat hij tot zulk een slechte streek bekwaam was. Het hinderde mij geweldig, meer dan ik zeggen kan, meer dan het verlies van de geheele teekening." »Nu wees dan getroost; zoo hij eenige schuld heeft, is het zeker deze niet." »Zoo is het dan toch Piet Snibs?"

"Hm!" zeide Doedes: "confessio in articulo mortis: eerst zóó spreken nu weer anders moord toch gepleegd dader op 't kerkhof?" "Dat zou je wel kunnen raden," mompelde Heynsz, "want Zwarte Piet is begraven, en zoo die het niet gedaan heeft, weet ik niet wie er aan zoude zijn coupabel."

Piet, die vooruit wist, dat dit verzoek tevergeefs zou gedaan worden, verlangde alleen te weten wanneer de heer N. weer naar zijne woonplaats zoude terugkeeren; deze dacht binnen een paar dagen te vertrekken. Piet hield het zich voor gezegd; deed zijn aanzoek bij Willems, en was des anderen daags verdwenen.

Gij zult mij uitlachen, maar die excentrieke schilder heeft een gezicht, dat mij herinnert aan dien armen stakkert, waar ik u van verteld heb, den cathechisant van dominé Willems, dien Piet Snibs, die zoo ongelukkig was en zoo jaloersch van mij, omdat ik mij aan de kunst mocht wijden.

»Nu de kousenzei ik, toen we de pantalon weer in haar fatsoen gebracht hadden, althans voor zoover ons mogelijk was. Zoo kreeg elk kleedingstuk eene beurt, en ten laatste waren we zoover gevorderd, dat we ons weer konden aankleeden. Brrr, wat was dat natte goed koud! Piet had het er 't kwaadst mede.

"Dat gaat niet, jongen!" zei ik; "maar weet je er niets anders op?" "Wel neen!" sprak Pieter. "Ik dan wel!" zei ik uit het bed springende. "Zeg reis, Piet," ging ik hem sterk aanziende voort; "hoe komt het dat je je bril vergeten hebt?

"Ja, maar wat?" vroeg Piet Bathory ongeduldig. "Ja, maar wat? Zeg mij." "Wanneer ik bijvoorbeeld zal willen, dat hij morgen of overmorgen, over acht dagen of over drie of zes maanden, zelfs wanneer hij in wakenden toestand is, het Presidio zal verlaten, dan zal hij dat ongetwijfeld doen." "Het Presidio verlaten!... Kom, gij gekscheert met mij!... Hoe zou dat mogelijk zijn?"

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek