United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wees, zooals ge placht te zijn; Zie weer 't wezen, niet den schijn; Deze struik, Diana's roem, Fnuike alsnu Cupido's bloem! Ontwaak, Titania, mijn koningin! TITANIA. Mijn Oberon! Wat droombeeld nam mij in! Mij dunkt, dat ik een ezel heb bemind. OBERON. Daar ligt uw lief. TITANIA. Hoe kwam ik zoo ontzind? O foei, wat pijnigt dit gezicht mijn oog! OBERON. O stil nog! Puck, bevrijd hem van dien kop.

DEMETRIUS. En ze jammert als volgt: THISBE. "In slaap, mijn schat? Wat, wat is dat? O, Pyramus, ontwaak! O, spreek, o, spreek! Wat ziet ge bleek! Wat! zijt ge dood? o wraak! Uw leliemond, Uw neus zoo blond, Uw wangen van saffraan, Zijn heen, zijn heen, O bruidjes, ween, Dat lookgroen oog vergaan! Drie zustren, gij, Komt thans tot mij! Hoe melkwit is uw hand!

Hij aarzelde niet om aan zijn laffe onrust den schijn van koortsige passie te geven. Ze keken malkander in den spiegel aan. Hij fluisterde: Nog mooier zijt ge nu!.... Het is mij of ik, naast u, uit iets leelijks, iets donkers ontwaak.... Ja?.... Ja?.... De diadeem vonkte weelderig.

Een schemerachtig licht drong reeds door de luikgaten naar binnen, en de slaapdronken Alonzo ontwaarde nu, na zich nogmaals de lichtschuwende oogen gewreven te hebben, dat een jong en bevallig meisje naast zijne legerstede stond. "Edele heer!" zeide zij nogmaals, en schudde den arm van den jongeling met haar kleine hand: "Ontwaak! In 's hemels naam, wil mij een oogenblik aanhooren."

Ontwaak, Vlaming, grijp naar de bijl, zonder genade! Dáár ligt onze vreugde. Tref de vijanden, 't zij Roomschen of Spanjaards, overal waar gij ze vindt. Denk thans niet aan uwen buik. De slachtofferen, doode en levende, allen ondereen, werden gebracht naar den stroom en met gansche karrevrachten in 't water gestort. Hoort gij, Lamme, dooden en levenden, allen ondereen?

Daarop wekten de svats Milosh, roepende: "Ontwaak, o dwaze, jonge Bulgaar! Dat de Almachtige uw oude moeder spare, die u niet heeft kunnen doen begrijpen, dat gij het niet wagen moogt u bij het gezelschap van den tsaar te voegen!" De sprong van Koulash. Milosh ontwaakte plotseling en zag, dat de tsaar met zijn diepe, zwarte oogen naar hem keek en zie! zijn Koulash liep in de koninklijke rij.

De engel is reeds dáár misschien? DE BROEDER. Neen, neen, zuster, heden zal hij nog niet komen. Verjaag die bedrieglijke droomen en leg dij stillekens met dijn vermoeid hoofd ter ruste. DE ZUSTER; zij legt het hoofd op het kussen en ontbladert gedachteloos de bloem op hare hand. Ontwaak mij, broeder, als ik te lang mocht slapen. DE BROEDER; hij zit neder voor zijne zuster en weent.

Op het venster toetredend, schoof zij de gordijnen opzij om het morgenlicht door te laten, daarna bukte zij zich over den ridder, die bij hare binnenkomst de oogen had gesloten en kuste hem op den mond, zeggend: "Ontwaak, edele heer! de morgen is aangebroken en uwe dienares is hier, die u vaarwel wil zeggen, eer gij uw gevaarvollen tocht gaat ondernemen.

Hoort gij, Lamme, de stemme der zielen, die dorsten naar wraak? Ontwaak, Vlaming. Gij spreekt van uwe vrouw. Ik geloof niet dat ze ontrouw is, maar enkel waanzinnig, en zij bemint u nog steeds, arme vriend: zij bevond zich niet te midden dier hofdamen, dier wulpsche vampieren, welke, den nacht zelven der slachting, met heur fijne handjes de lijken ontblootten.

Ja, daar was hare Atossa, daar hare moederlijke vriendin, daar, niet de vertoornde koning, maar de man die haar beminde. Thans ontsloot ook hij de lippen en riep, zijn streng gebiedend oog smeekend op haar vestigende: »O, Nitetis, ontwaak! Gij moogt, gij kunt niet schuldig zijn!"