Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Naast haar zat eene vrouw met vuurroode wangen schrijlings op eene geit; met heur bloote borsten, heur halfgeopend kleed, heur wulpsche oogen, strekte zij zich ontuchtig uit naast een oude jodin, die roestige nagelen opraapte, en een dikke, opgezwollen vrouw, die nederviel telkens dat zij heur rechthielp, terwijl een magere man beiden razend sloeg.
Tans zal ik alleenlyk eene beschryving geven van den dans van Loango, zoo als die door de Negers van dit gedeelte van Africa, en door geene anderen word uitgeöeffend. Dezelve bestaat in zulke aangevuurde en wulpsche houdingen en gebaarden, dat men de meest verhitte verbeelding en de bestendige gewoonte noodig heeft, om dien uittevoeren.
Het is waar, ik heb u de erfenis van uwen oom ontroofd: het is waar, ik was eene wulpsche, hoovaardige en wreede vrouw.... De opgeblazenheid had mij blind gemaakt, maar het ongeluk scheurt den sluier met onweerstaanbare kracht: ik ben niet meer, die ik geweest ben, en heden zou het mij eene blijdschap zijn, dat gij mij den naam van zuster gulhartig wildet schenken.
De schilderkunst, dat is voor ons allereerst de diepe ernst van het altaarstuk en het portret; de litteratuur, dat is allereerst de wulpsche glimlach der erotische satire en de eentonige gruwelen der kroniek. Het is bijna, alsof die eeuw slechts haar deugden geschilderd en haar zonden beschreven had. Doch ook naar den kant der litteratuur is zulk een blik te beperkt.
Was dit geene zeer eerzame opvoeding, zooals de burgerdochters er eene moeten ontvangen? Ja, maar de zesde maand nadert met snelle stappen, en het zal verloftijd of /vacantie/ zijn. Wat zal de dokter zeggen, als hij Siska zal zien met wulpsche kleederen, met een welriekend voorhoofd, met een genepen mondje en een altijd lachend gezichtje?
Het eigenaardigste is, dat deze kring, die zich aldus kampioen stelde voor dat bonte, wulpsche, middeleeuwsche werk, dezelfde is, waar de eerste kiemen van het Fransche humanisme gekweekt werden. Jean de Montreuil is de schrijver van een groot aantal Ciceroniaansche brieven vol humanistenwendingen, humanistenrhetoriek en humanistenijdelheid.
Toen zij wel gezeten waren, ruilden hunne kooplieden schoone koperen wapenen en allerlei sieraden tegen onze ijzeren wapenen en huiden van wilde dieren, die in onze zuidelijke landen in menigte te bekomen waren, maar de Golen vierden allerhande vuile gedrochtelijke feesten, en dan dienden de Kadheimers die door toedoen van hunne wulpsche meisjes en de zoetheid van hunne vergiftige wijn.
Hoort gij, Lamme, de stemme der zielen, die dorsten naar wraak? Ontwaak, Vlaming. Gij spreekt van uwe vrouw. Ik geloof niet dat ze ontrouw is, maar enkel waanzinnig, en zij bemint u nog steeds, arme vriend: zij bevond zich niet te midden dier hofdamen, dier wulpsche vampieren, welke, den nacht zelven der slachting, met heur fijne handjes de lijken ontblootten.
En, zwoert ge uw' God niet af, voor 't minst, gy sloot Hem 't hart, En blindling stort ge 't hoofd in 't net dat u verwart. Maar wie ontbreekt hier by uw avondfeestvermaken? Elpine Elpine-alleen, onvatbaar vreugd te smaken. Elpine, uit Kaïns stam, maar opgevoed by Seth En met geen godendienst, geen wulpsche lust besmet.
Ik ken Hortense Spinael, en ik mag u zeggen, dat ik de helft van mijn goed zou willen verliezen, om te beletten dat Siska haar ooit gelijke. Zult gij dat eenvoudig, dat schoon en zuiver kind laten bederven; haar van godsdienst, van goede zeden en van Vlaamsche rechtzinnigheid aftrekken, om er eene lichte en wulpsche /coquette/ van te maken? Pas op!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek