Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


"Het is een list, en die hebt gij hem zelf vergund." "Oef, oef! Ja." En oef, oef! riepen ook de andere Roodhuiden, toen de hoofdman hun de woorden van Old Shatterhand vertolkte. Hun gelach verstomde, en hun spanning verdubbelde, vertienvoudigde zich. Zeer spoedig had het Hert den beukeboom bereikt. Hij moest daar driemaal omheen.

Old Firehand bracht zijn verrekijker voor zijn oogen, en riep dadelijk: "Een wedloop tusschen een Roodhuid en een blanke! De roode is reeds ver vooruit, en zal stellig overwinnen. De blanke is een zeer klein kereltje." Hij gaf zijn kijker aan den Apache. Nauwelijks had deze den kleinen blanke voor het glas getrokken, of hij riep uit: "Oef! dat is Hobble-Frank!

Het grootste van die gebouwen stond op een hoogte, en droeg den reeds van verre af zichtbaren naam "Charles Charoy, Ingenieur." Daarheen reden de twee; zij stegen af aan de deur, waar een Indiaansch gezadeld en opgetoomd paard vastgebonden stond. "Oef!" zei Winnetou, toen hij dien viervoeter met het oog van een kenner bekeek. "Dat paard is een goed ruiter waard.

Wij hebben die teekens evengoed verstaan als gij, en weten, dat gij ons met de calumet bedrogen hebt." "Oef! Mijn woorden zijn geen bedrog geweest." "Dat zullen wij zien. Wee u, als de Yampa-Utahs ons volgen. Meer heb ik u niet te zeggen. Wij moeten verder!" De afgebroken rit werd voortgezet, nu langs de beek naar boven.

"Er is in het Hertendal een schuilplaats, die wij wel kennen, maar die gij niet kent. Ik zal u bewijzen, dat ik waarheid spreek. Wat is dat?" Hij haalde uit zijn zak een smallen riem, die bezet was met ronde knoopen, vervaardigd uit de schaal der venus-schelp, en liet hem dien riem zien. "Oef!" riep de Oude Donder verschrikt. "De wampoen van de Gele Zon. Ik ken hem goed." "En dezen hier?"

Wat drommel, nu is het voldoende, vond hij, en richtte zich krachtig op.... met moeite bedwong hij een hartelijk: oef! Juffrouw de Bruin lag nu voor hem geknield; zij keek naar hem op, met zwemmende oogen, en hij kreeg lust, haar beschermend toe te knikken, en te vragen als aan een kind: Ben je nu blij, ja? Maar juffrouw de Bruin was niet alleen hartstochtelijk, zij was ook practisch.

De Jonge Beer verliet zijn schuilhoek, en trad naar buiten. Zoodra de Navajo hem gewaarwerd, liet hij zijn paard stilstaan en riep verheugd: "Oef! mijn jonge broeder! Zijn de verwachte krijgslieden der Navajos reeds aangekomen?" "Nog niet." "Dan zijn wij verloren!" "Hoe kan een krijgsman der Navajos zich verloren wanen!"

Lang, zeer lang hield hij zich stil en bewegeloos, totdat een half onderdrukte uitroep zijn oor trof. "Oef!" dat was de klank, dien hij gehoord had; en toen hij naar den kant keek, van waar dat geluid gekomen was, zag hij den Indiaan op de knieën liggen, voorovergebogen over het lijk van den klerk, dat hij met handen en oogen onderzocht.

Mordieu! zeide de kapitein, ik geloof dat ik in een waar wespennest zit. Hoe er uit te komen? En hij klauterde weder over een tuinmuur. Hij was er echter spoediger uit dan hij had gedacht, want nauwlijks had hij zich laten afglijden, of hij zag dat hij zich in eene straat bevond. Oef! zeide hij, ik ben ten minste uit die vervloekte tuinen. Zien we nu goedschiks naar eene der poorten te komen.

Oef! voegde hij er met een zucht van verlichting bij, ik ben toch blij dat wij dat reisje achter den rug hebben! Heb ik nu geen gelijk gehad? Wij zien alweder dat alle wegen naar Rome leiden. Wij zijn aan den verkeerden kant in Europa gekomen, dat is al. Maar wat komt het er op aan? Nog eene korte poos en wij zijn in Frankrijk!

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek