Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


De asch had de wind weggewaaid, maar de erwten en boonen waren ontkiemd en opgegroeid, en wezen in den maneschijn den weg. Zij liepen den ganschen nacht en 's morgens kwamen zij in den molen aan. Toen vertelde het meisje haar vader alles wat er gebeurd was. Op den dag, die voor de bruiloft bepaald was, verscheen de bruigom; de molenaar had alle familie en vrienden uitgenoodigd.

"O, ja wel," zegt Fieken, een' stoel bij de kachel zettende; "ga zitten; vader is dadelijk met zijn zaken klaar." "Ja, dadelijk!" zegt nu de molenaar, en hij rukt het venster open en roept: "Frederik span de paarden voor den kleinen wagen en bind het paard van den Franschman achteraan; wij rijden naar het slot."

Den volgenden morgen, toen de molenaar Voss op zijn Gielowschen molen uit het bed was gekropen, zat hij weder met het hoofd in de hand, en keek mijmerend in zijne laars. "Moeder," vroeg hij eindelijk, "heb ik gisteren met Hendrik ongenoegen gehad, of heb ik dat gedroomd?"

"Mogelijk zou 't wezen," zeide de molenaar. "'t Is ook mogelijk, dat het niet om de koeien te doen is, zegt Frederik. "Dit zijn een paar van hun arméegendarmes; die zoeken zeker wat anders, en ik geloof, dat het een geluk van onzen lieven Heer is, dat wij den molen uit zijn, want, molenaar, molenaar! pas op zij zoeken den Fransoos of misschien wel u. Wie weet wat er in Stemhagen voorgevallen is!

"Ik dank je wel!" zegt Fieken; de molenaar verroert zich niet, en de vrouw bukt en raapt de daalders op, die door de kamer gerold zijn. Toen de beide oude lieden zijn groet niet beantwoordden, en hij het geld op de tafel gewaar werd, zei de jonge man: "Neem 't mij niet kwalijk! Ik kom u, geloof ik hier niet heel gelegen."

Daarna stookten zij den oven en bakten het brood, dat zij, toen het gereed was, tegen den muur plaatsten. Toen zei de molenaar: "Luister, mijn jongen! Indien wij dit brood nu met ons tweeën deelden, zou er voor ieder van ons te weinig zijn. Laten wij elkaar daarom verhalen vertellen en wie den grootsten leugen vertelt, zal het geheele brood voor zich alleen hebben."

Toen mijnheer de baljuw aankwam, stond de molenaar Voss met eene zwarte manchestersche muts op het hoofd voor de deur, en zijne vrouw stond bij hem in een zwart kalaminken rok, en hij boog, en zij neeg, en de baljuw vroeg: "Wel, vriend Voss, hoe gaat het?" "Opperbest;" zeide de oude molenaar, terwijl hij de treê neêrsloeg.

"Och, ik zie hem daar juist met den raadsheer Herse aankomen." "Met den raadsheer Herse?" riep de oude heer; hij stond op, en keek ook uit het venster. "Wat wil de raadsheer Herse, Netje?" "Hij praat immers met den molenaar."

"Hm!" roept de oude molenaar, op zijn' stoel heen en weêr schuivende. "Ja," zeide Frederik; "maar ik had nog een ander verzoek: zoudt gij mij wel met paschen willen laten vertrekken, ofschoon het buitenstijds is?" "Waarom? Wat ben je van plan?" "Ik wou gaan trouwen!" "Wat, jij, trouwen?"

Daar hij een geheel wit vest aan had en een altijd gewasschen sloof, die hem eer het uiterlijk gaven van een molenaar dan van een bakker, liet hij zich elken morgen op het uur, dat messer Geri met de gezanten moest voorbijgaan voor zijn deur een nieuwe kan vol frisch water brengen en een kleine, nieuwe, bologneesche flesch met zijn goeden witten wijn en twee bekers, die van zilver schenen, zoo blank waren die.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek