Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Er werd buiten aan de deur geklopt en de politiedienaar Luth kwam binnen met: "'t Kompliment van mijnheer den burgemeester, en de zaak stond heel slecht voor den horlogemaker en den molenaar, en of mijnheer de baljuw wel zoo vriendelijk wou zijn, om zoodra mogelijk ginder te komen; maar vooral mamsel Westphalen meê te brengen, want haar getuigenis was hoofdzakelijk van groot gewicht."

"Voor 't vaderland, burgemeester!" riep mijn oom Herse; "ik heb mij met mamsel Westphalen in eene samenzwering ingelaten en nu heeft de korsikaansche lintworm mij in zijne klauwen; maar eigenlijk is 't wegens het rijtuig van den molenaar en die ellendige domme boeren."

Mijnheer de baljuw liep de kamer door en wreef zijn hoofd; eindelijk ging hij naar den molenaar toe, legde hem de hand op den schouder en zeide: "Molenaar Voss, 'k heb je altijd voor een eerlijk man gehouden; maar zoo'n eerlijkheid, in zulke omstandigheden!

Er was eens een molenaar, die had een mooi dochtertje en toen zij was opgegroeid, had hij haar graâg verzorgd en goed getrouwd, en hij dacht: »als er een fatsoenlijke vrijer komt en haar ten huwelijk vraagt, zal ik haar gevenNiet lang daarna kwam er een vrijer; hij scheen heel rijk te zijn en de molenaar had niets op hem aan te merken, daarom gaf hij hem zijn dochter.

In mijn grootsten nood, toen de vijand mij alles afgenomen had, heb ik twee honderd daalders van hem geleend, en nu heb ik sinds twee jaar van termijn tot termijn altijd moeten onderteekenen, en de schuld is opgeloopen tot vijfhonderd daalders, en overmorgen moet ik ze betalen. "Molenaar, heb je dat onderteekend?" "Ja, mijnheer de baljuw." "Dan moet je 't ook betalen.

Hij verhaalt u van Jean, den molenaar, wiens rad ge daar ginds achter de treurwilgen knarrend wentelen hoort, en die, oud vrijer, sedert vijftien jaren vergeefs uitziet naar eene bruid zijner keuze; van Martinette, de dochter van den herbergier van het dorp, die de preutsche uithing en die toch ten vorigen jare zich vergat met een mijnheer uit de stad; van het ongeluk dat den postbode van een naburig dorp overkwam, die door zijn eigen karretje overreden werd; eene ramp, waarvan de herinnering nog wordt bewaard door den met mos begroeiden steen, dien hij u wijzen zal; maar hij weet ook te verhalen van geheimzinnige verschijningen en geesten, die, in sommige nachten, rondzwerven om de oude gebroken muren, die ge hoog boven uw hoofd, op den top der rotsen, tegen den blauwen hemel hunne grillige lijnen ziet teekenen.

Mijnheer de baljuw liep ondertusschen steeds op en neder en dacht wat de hertogelijke kamer er wel van zeggen zou, zoo zij dit alles aan kon zien, en hij zeide tot den molenaar: "Vriend Voss, verlies den moed maar niet; ik zal er je dankbaar voor zijn." En de molenaar verloor den moed ook niet, maar dronk dapper voort.

Dicht in de buurt stond een molen; de Era stormde er binnen en sprak den molenaar aldus aan: "Om Godswil, broeder, vlucht! Ginds komt een Turksch ruiter met getrokken zwaard aan; hij zal u dooden. Ik heb het hem hooren zeggen en ik kom hard hierheen loopen om u bijtijds te waarschuwen."

"Dat wordt met toekomenden Sint-Jan drie en dertig jaar." "Hm, hm," bromt de baljuw verder, "en hoe oud ben je, molenaar?"

"Vriend Voss!" vroeg hij eindelijk, "is dat alles?" "Ja, mijnheer," sprak de molenaar, en liet zijne ooren hangen, gelijk een aardappelenland, als de nachtvorst er over heengegaan is, "en dit is nog mijn kontrakt met het Stemhager rechtsgebied."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek