United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben al veel lichter om 't hart. En met de andere zaak; met het bankroet meent gij...?" "Dat je een dwaas zoudt wezen, om je op je ouden dag nog met zulke dingen in te laten!" "Best, mijnheer de baljuw! Nu, adjuus dan!" Daarop ging de molenaar heen.

"Moeder," zeide de molenaar, laat ons alleen, en jij Fieken, steek jij eens eene kaars aan." Dat was nu juist niet noodig, want het was klaarlichte dag; maar de oude man had gezien, dat mijnheer de baljuw bij een gerechtsdag altijd een waskaarsje had branden, en hij wilde 't ook zóó hebben.

Tante ging naar oom toe, en gaf hem een kus en plaatste hem den krans op het hoofd, zoodat de roode linten langs zijn' rug hingen, en zij sprak eenige zeer mooie woorden, die niemand verstaan kon, want bakker Witt viel te vroeg met zijn: "hoerah!" in, en de molenaar met zijn: "vivat, de raadsheer leve!" En allen stemden daarmede in en klonken met de glazen. Ja, 't was een schoone avond!

Bij de woorden van den molenaar kwam hem in de gedachte wat de Franschman hem had opgedragen en hij wendt zich tot den baljuw en zegt: "Mijnheer de baljuw, ik heb met u een paar woorden onder vier oogen te spreken in eene bijzonder geheime aangelegenheid." En daarop trok hij den baljuw in een' hoek.

"Molenaar Voss," hernam de raadsheer, zich deftig oprichtende; "ieder spreekt voor zich zelven en niet voor de anderen. Wat gij daarvan verstaat, weet gij sedert gisteren middag; want gij en de oude baljuw en de burgemeester, hebben ons in de zaak gewikkeld; en als ik er mij niet meê bemoeid had, dan zat die goede mamsel Westphalen hier ook op den steen te klappertanden.

Die oude baljuw, die oude lompe kerel, laat die een mensch aan het woord komen? Molenaar Voss, wij gaan verder, wij gaan ter tweeder instantie." "Mijnheer Herse," zeide de oude molenaar, geheel verslagen; "ik ga niet verder, ik ben ver genoeg, ik ben al tot den grond gegaan."

Waarom de molenaar Voss geen bankroet kan maken, en hoe hij mijnheer den baljuw in grooten nood bijstaat. Gedoopt ben ik, en ik heb ook peetooms gehad, vier stuks. En als mijne vier peetooms nog leefden en met mij over de straat gingen, dan zouden de menschen stil blijven staan en zeggen: "Kijk, wat zijn dat stevige kerels!

Dik had iederen keer zijne kameraden uitgelachen en hun gezegd, dat ze stumpers waren, die maar liever op een hobbelpaard moesten rijden. "Ha, ha," lachten de jongens. "Wat heeft die Dik een praats. Omdat hij 's avonds de paarden van den molenaar naar het land brengt, denkt hij zeker, dat hij beter kan rijden dan wij.

Maar de molenaar verweerde zich, hij gaf een duchtigen schop en zei: «De deur uit en den berg op naar de gemzenDaarop mag Rudy nu mikken en niet op onze Babette!» «Maar wat spraken zij met elkaar? Wat zeiden zijvroeg de keukenkat. «Wat zij zeiden? Alles werd er gezegd, wat de menschen zoo plegen te zeggen, als zij verliefd zijn: «Ik heb haar lief, en zij heeft mij lief!

Als er zóó met het rijke volk als Dirksen wordt geleefd, zei Careltje, dan kunnen menschen als wij en ons-gelijken wel op de vingers natellen hoeveel we zoo'n dokter waard zijn; hij mag dan zoo knap wezen als de neef van menheer Kippelaan." "Ja, maar Kippelaan zei al gisterenavond dat ie 't vak voor z'n pleizier dee;" verzekert de molenaar die mede aan de bakkerij was gekomen.