Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Kleine Marius was in handen van de stinkers gevallen. Kleine Marius gaf den gymnasiasten veel zorg; hij was niet grooter dan een middelsoort stinker en hij wou niet groeien; daarom was hij altijd onder bescherming. Maar vandaag hadden ze hem vergeten, terwijl hij zijn kostbare aanteekeningen en thema-boeken zocht.
"Mijn neef Marius Pontmercy is ook op reis, niet waar?" "Hoe weet ge dat?" hernam tante, plotseling door haar nieuwsgierigheid opnieuw geprikkeld. "Bij mijn aankomst ging ik naar het diligence-bureau om een plaats te bespreken." "Welnu?" "Toen had een reiziger reeds plaats op de imperiale besproken. Ik zag zijn naam op het register." "Welken naam?" "Marius Pontmercy."
"Kent gij hen?" "Neen." "Dat wil zeggen: gij kent haar niet, maar wenscht haar te kennen," hernam zij levendig. In dat woordje haar, dat zij nu in plaats van hen gebruikte, lag iets bijzonders en scherps. "Nu, kunt ge 't doen?" vroeg Marius. "Ge zult het adres der schoone jonge dame hebben." Er lag in deze woorden "schoone jonge dame" weder iets dat Marius hinderde.
Marius was buiten gebleven. Een geweerschot had zijn sleutelbeen verbrijzeld; hij gevoelde, dat hij bezwijmde en neerzonk.
Het feit was echter zeker, en Marius kon er niet aan twijfelen, of hij had aan zijn eigen persoonlijkheid moeten twijfelen, zooals wij gezegd hebben. Alles was onverklaarbaar in dit zonderlinge raadsel.
Jean Valjean, eensklaps groot geworden, scheen als uit een wolk te komen. Marius kon een vreugdekreet niet bedwingen: "Welnu, dan is deze ongelukkige een bewonderenswaardig mensch! dat geheele vermogen behoorde hem werkelijk! hij is Madeleine, de voorzienigheid van een geheel gewest! hij is Jean Valjean, de redder van Javert! hij is een held, een heilige!"
Hij was de voorbestemde, die alle natiën gedwongen had van "de groote natie" te spreken. Hij was meer nog; hij was het menschgeworden Frankrijk zelf, dat Europa veroverde met den degen dien hij droeg, en de wereld door het licht dat van hem afstraalde. Marius zag in Bonaparte het begoochelend droombeeld, dat immer aan de grenzen zal oprijzen om de toekomst te bewaken.
En alsof de zon de kracht had de fragmenten van gemeene en dieventaal in haar hersens te ontdooien, braakte zij in verrukking eene menigte onsamenhangende woorden en zinnen in die taal uit. Toen trok zij haar hemd weer over de schouders, maakte voor Marius een diepe buiging, vervolgens een gemeenzamen handwenk en trad naar de deur, zeggende: "Goeden dag, mijnheer.
Hij tastte in zijn zak, nam er een pennemes uit, en schreef daarmede op de kalk van den muur: 16. straat de la Verrerie. Intusschen had zich Cosette weder hersteld, door hem in de oogen te zien. "Zeg mij, waaraan gij denkt, Marius; gij denkt ergens aan; zeg het mij. Och, zeg het mij, opdat ik gerust kunne slapen." "Wat ik denk, luister: dat het onmogelijk is dat God ons zou willen scheiden.
't Was heel iets anders met den dikken Morten en de andere "sprakeloozen." Zij gaven geen zier om den spot van den onderdirecteur. Maar kleine Marius was heel gevoelig voor hoon; soms had hij zijn vijanden zijn moeder hooren mengen in beleedigende uitdrukkingen, die hij niet begreep, maar die toch zijn bloed deden koken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek