Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Nu waren Marius en het echtpaar Jondrette alleen in het huis, waarschijnlijk ook de mannen, die Marius in de schemering achter de deur der onbewoonde kamer had gezien. Marius oordeelde dat het oogenblik gekomen was, om zich weder op zijn observatorium te begeven. In een oogwenk, en met de vlugheid der jeugd, was hij voor de opening in den wand. Hij zag er door.

Het begon donker te worden, de sneeuw, die een oogenblik had opgehouden, begon weder te vallen. Marius verschool zich om den hoek der straat Petit-Banquier, die eenzaam als altijd was, en volgde Jondrette niet.

Thénardier scheen in sombere gedachten verzonken te zijn; de gevangene verroerde zich niet. Evenwel meende Marius nu en dan, sinds eenige oogenblikken, een zacht gerucht van den kant des gevangenen op te merken. Eensklaps richtte Thénardier het woord tot den gevangene: "Luister, mijnheer Fabre, 't is even goed, dat ik 't u dadelijk zegge."

"Voor die lieden?" "Evenmin als voor u!" antwoordde Marius ruw, die er op begon te letten, dat deze politiebeambte hem nog niet mijnheer had genoemd. De inspecteur zag Marius nog strakker in de oogen en hernam met een soort van plechtigen nadruk: "Gij spreekt als een moedig, eerlijk man. De moed vreest de misdaad niet, evenmin als de eerlijkheid het gezag."

De reden waarom Abraham zich over hem ontfermde was, dat Mevrouw Lövdahl eens gezegd had, dat de moeder van kleine Marius heel ongelukkig was: eenzaam en verlaten in de wereld.

Bovendien hield hij zijn hoed in de hand, hoewel 't den geheelen morgen geregend had en 't zelfs op dit oogenblik nog vrij sterk regende. Courfeyrac had den ouden Mabeuf herkend. Hij kende hem, doordien hij Marius dikwijls tot aan zijn woning had vergezeld.

Marius hoorde zijn polsen kloppen; het kanon van Waterloo suisde in zijn ooren, zijn bloedende vader, onduidelijk op dit paneel voorgesteld, ontroerde hem, en 't was hem alsof deze wanstaltige figuur hem strak aanschouwde.

Woorden, die Marius voortdurend, niet op de borst want het geschrift van den kolonel was verloren gegaan maar in zijn hart droeg. Den dag toen zijn grootvader hem wegjoeg, was hij nog slechts een knaap nu echter was hij man geworden. Hij gevoelde dit. De armoede, wij drukken hierop was goed voor hem geweest. Armoede in de jeugd heeft dit nut, dat zij wil en ziel tot krachtsinspanning aanspoort.

Hij ging uit de straat Mouffetard, en Marius zag hem in een der afschuwelijkste woningen der straat Gracieuse binnentreden, waar hij omstreeks een kwartier uurs bleef, toen keerde hij naar de straat Mouffetard terug.

Jean Valjean was inderdaad naar huis gekeerd en had aan Cosette gezegd: "Wij vertrekken van avond en gaan met vrouw Toussaint naar de rue de l'Homme-Armé. In de volgende week zullen wij te Londen zijn." Door dien onverwachten slag verpletterd had Cosette haastig aan Marius een paar regels geschreven. Maar hoe ze op de post te bezorgen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek