Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Zielen, die gisteren ontloken, heden verwelkt zijn, die bloemen gelijkende, welke op de straat zijn gevallen, door allerlei slijk bezoedeld en door een rad verpletterd worden. Terwijl Marius intusschen zijn verbaasden, smartelijken blik op haar richtte, ging het meisje met de vermetelheid van een spooksel heen en weder door het vertrek. Zij bewoog zich zonder zich om haar naaktheid te bekommeren.

Dat was in Marius gebeurd. Hij helde zelfs, om de waarheid te zeggen, wel wat te veel tot bespiegeling over. Sinds het hem gelukt was zijn brood bijna zeker te kunnen verdienen, had hij zich daarbij bepaald, het goedkeurende dat hij arm was en den tijd aan den arbeid ontwoekerend om dien aan overpeinzing te wijden.

Voltooien wat hij begonnen had, Cosette waarschuwen, haar zeggen waar Marius was, haar misschien een of andere nuttige inlichting geven; zoo hij kon, zekere laatste beschikkingen nemen.

Het personage hernam desniettemin beleefd: "Dan zal het bij Chateaubriand zijn geweest, dat ik mijnheer gezien heb. Ik ben zeer bekend met Chateaubriand. Hij is heel minzaam. Hij zegt mij dikwijls: Thénard, mijn vriend,... laat ons samen een glas wijn drinken!" Marius zag hoe langer hoe strenger. "Ik heb nooit de eer gehad bij den heer Chateaubriand te zijn. Zeg zonder omwegen wat uw begeerte is?"

"Je moeder stierf in haar bed," antwoordde Mevrouw Gottwald vast; maar toen ik nu vanavond van Marius kwam en juist aan jou en je familie in je groot ongeluk dacht ja, ik dacht vooral aan jou, Abraham! daar zie ik ineens je gezicht dat zoo op 't hare lijkt.

Deze jongedochter gebleven tante was rijk van moederszijde, en de zoon van haar zuster was haar natuurlijke erfgenaam. Dit kind, Marius geheeten, wist dat hij een vader had, maar niets meer. Niemand sprak er hem van.

"Maar wie drommel volgt hij?" "Zeker een of ander jong dametje! hij is verliefd!" "Maar ik zie niets op de straat dat op een dametje gelijkt; zelfs geen vrouw." Courfeyrac keek en riep: "Hij volgt een man!" Inderdaad, een man met een pet op 't hoofd, en wiens grijzen baard men eenigszins kon onderscheiden, hoewel men hem slechts op den rug zag, ging een twintigtal schreden vóór Marius uit.

Hij had Duitsch en Engelsch geleerd, dank zij Courfeyrac, die hem met zijn vriend den boekhandelaar in aanraking gebracht had. Marius vervulde nu in de boekhandelaarsliteratuur de rol van "noodhulp." Hij stelde prospectussen, vertaalde uit dagbladen, maakte noten bij uitgaven, raapte biographieën bijeen enz., en verdiende, alles door elkander gerekend, zevenhonderd francs 's jaars.

Marius nam den sleutel uit zijn zak, en gaf hem den inspecteur, zeggende: "Zoo ik u raden mag, breng dan versterking mede."

Marius was iets dat tot Cosette, en Cosette iets dat tot Marius behoorde. Marius voelde Cosette in zich leven. Cosette te hebben, te bezitten, was voor hem hetzelfde als te ademen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek