Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Geve elke jongedochter of gehuwde vrouw er voor zichzelve het antwoord op. Van elke Christenvrouw moet het gelden kunnen: Zie, de dienstmaagd des Heeren! En nu, hoevelen telt ge er, van wie dit in waarheid kan worden gezegd?

Plotseling hoorde ik een geritsel achter mij en, als ik mij omkeerde, zag ik den grooten hond van de oude jongedochter; doch nu bromde hij niet meer, integendeel, hij kwispelsteertte en zag mij begeerig aan, om de hesp. Ik smeet hem eenige stukskens toe, maar zijne meesteresse kwam bij en riep: Pak hem! pak hem! manneken! En ik op den loop, en de groote hond achter mij; hij beet mij in mijn been.

Nog altoos is in menig gezin en in zoo menige familie een jongedochter met een hart vol liefde, of een vrome moeder in Christus, of een Godgewijde maagd het cement, dat de steenen in den muur saamhoudt. En toch, al sluiten we daar het oog niet voor, toch vragen we: Is er geen oorzaak, om over verachtering van den invloed der vrouw ten goede te klagen?

Hieraan zagen wij, dat Kreels bedoeling met diens bezoek was, bij mijn zuster "de koffie te halen", zulks naar het recht des jonkmans, die een week tevoren met een jongedochter "te feest" is geweest. En dus begaven wij, anderen, ons naar ons nachtverblijf. Niet lang daarna zoemde een regelmatig ademhalingsduet van de ouderlijke legerstee naar de mijne over.

Menige jongedochter vergoot in stilte haar tranen, als zij zich het beeld van de jongeling voor de geest riep, die zij zich als levensgezel had gekozen, aan wie zij zo innig gehecht was met de peilloze diepte van maagdelike ongekunstelde liefde, en die misschien ook onder de Zulu-assagaai was bezweken. De woorden van Sannie hadden de Kommandant tot zich zelf geroepen.

Daar was zij weder een klein meisje; zij kon er loopen, schier spelen; zij zette haar hoed af, beschouwde de vlinders op de bloemen, maar ving ze niet; zachtmoedigheid en verteedering ontstaan met de liefde, en de jongedochter, die een bevend en teeder ideaal in zich draagt, heeft medelijden met den vleugel van een vlinder.

Zoolang Cosette klein was, had Jean Valjean haar gaarne van haar moeder gesproken; toen zij jongedochter was geworden, werd hem dit onmogelijk. 't Scheen hem, alsof hij niet meer durfde. Was het om Cosette? Was het om Fantine? Hij gevoelde een soort van godsdienstige huivering om deze schim in Cosette's gedachte te brengen en de doode in hun beider lot in te voeren.

Gaat niet in maar al te veel gezinnen de levenwekkende adem meer van den vader dan van de moeder uit? Vindt ge niet maar al te dikwijls bij den jongeling warmer trouw en kloeker gehechtheid aan de zaak des Heeren dan bij de jongedochter?

Te verzorgen, op te schikken, te kleeden en te ontkleeden, te onderwijzen, een weinig te knorren, in slaap te sussen, te schommelen, zich te verbeelden dat iets iemand is, hierin ligt de geheele toekomst der vrouw. Al droomende en koutende, kleertjes en hoedjes makende, wordt het kind een meisje, het meisje wordt een jongedochter, de jongedochter vrouw.

Hier mag de bloeiende maagd deelnemen aan het ongedwongen gezellige verkeer met de edelsten en besten der mannen. De jongeling en de jongedochter leeren elkaar op de vele feesten kennen en beminnen. De vrouw is hier te lande niet de slavin, maar de vriendin van den man. Zij vullen elkander aan.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek