United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze wisten niet, of het ijs overal breken zou, of wat er zou gebeuren, maar ze voelden, dat ze in gevaar waren. Op eens kwam het hun voor, alsof het ijs opgeheven werd, juist op de plaats, waar ze liepen: opgelicht werd en weer neerzonk, alsof iemand er van onderen tegen had gestooten. Daarop hoorden ze een dof knallen, en toen kwamen er barsten aan alle kanten.

De ganzerik probeerde wel dien raad te volgen en meer vaart te zetten; maar daardoor werd hij zóó uitgeput, dat hij zelfs tot de geschoren wilgen neerzonk, die langs de akkers en weiden stonden. "Akka, Akka, Akka van Kebnekaise!" riepen toen zij, die achteraan vlogen, en zagen hoe moeilijk hij 't had. "Wat wil jelui nu weer?" vroeg de aanvoerster, en scheen geweldig knorrig.

De kleine witte rookzuil was tot een dichte witte wolk aangegroeid, die over den kant van de bergvlakte golfde, en neerzonk in het dal. En er vlogen vonken en roetvlokken uit die wolk, en nu en dan kon men een roode vlam in den rook zien. 't Was wel een geweldige brand, die daar aangekomen was. Maar wat ter wereld zou er toch wel branden?

"En dan deel ik met u de premie van twee duizend pond, door de Engelsche bank uitgeloofd." "Nooit!" antwoordde Passepartout, die wilde opstaan, maar neerzonk en gevoelde dat zijn verstand en zijne krachten beiden hem begeven hadden.

De oude mevrouw Van Raat en Emilie, Henk en Betsy, Frédérique, Otto en Paul bleven de Verstraetens gezelschap houden en hoewel men nu en dan eens lachte en zijn best deed vroolijk te zijn, scheen het, of er langs de guirlandes een geur van weemoed neêrzonk, die zich vermengde met den stervenden geur der welkende bouquetten en bloemenmanden.

Maar zij toefde even aan het venster en keek uit.... In de schemering, die als een doorzichtige, als een aschkleurige mist, neêrzonk, lag het Kanaal groen en stil onder het vage loovernet der boomenrij. Daarachter dommelde de Maliebaan weg, uitgewischt in schaduw, met een vochtig gaas van grijzen dauw, recht oprijzende in hare vlakte. Marie zag uit en ze zuchtte.

Doelloos liet zij zich voortsleepen in dien jammerenden nacht. Niemand zag zij op straat en in hare eenzaamheid van sombere duisternis, van plassende stortregen, van rukkende vlagen, overviel haar, nu zij zichzelve bewust werd, een kille ontzetting. Het was haar, of zij uit het gewone leven was weggerukt en in een sfeer vol helsche angst en rampzaligheid neêrzonk.

Eene enkele maal wischte zij met heur zakdoek het beslagen glas af om naar buiten te turen, waar de avond grijs neêrzonk en vale mistnevels over de weilanden gleden, hier en daar met een dof geel lichtje doorschemerd.

Zij drukte zijn hoofd vaster in de mollige ronding van haar arm en zij gaf hem een kus op zijn hoofd: haar eersten.... En de geur van het mos en de viooltjes, stovende in de lauwe warmte, die uit het dak van den bladerkoepel neerzonk, vermengde zich als een zucht, waarvan de zoetheid haar bezwijmelde, terwijl haar kleine hand zich liefkoozend sloot en zijn lichtbruin haar verwarde.

Hij stormde door de kamers, met stapels porcelein. Hij gaf er niet om of hij dozijnen borden brak, en greep de oude servies koppen, met het familiewapen er in gebakken. Weg er meê. Wie ze hebben wil, mag ze nemen. Hij gooide bergen beddengoed van den zolder: kussens en dekens zóó zacht, dat men er in neerzonk, als in een golf. Weg er meê! Marianne heeft er op geslapen.