United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En wanneer dan zoo'n schepsel, dat wij aanbidden en aan wiens voeten wij nederknielen, zichzelf het goddelijk omhulsel, waaronder wij het verborgen hadden, afrukt, om ons des te beter haar lage natuur en haar gemeene instincten te laten zien; wanneer zoo'n vrouw onze hand op haar hart legt, waarin niets meer klopt en misschien nooit iets geklopt heeft; wanneer zij haar sluier wegslaat en ons haar doffe oogen, haar bleeke lippen en haar verwelkte trekken zien laat, dan hullen wij haar weer in dien sluier en roepen uit: "Gij liegt, gij liegt!

't ês hem!" verzekerde deze. "Ze woaren ulders gedreiën, twie kleine en ne greuten. Hij es de greuten!" Ge liegt!" gilde Jules, bleek en bevend van woede. 't Es hem! 't ês hem!" herhaalde de boer met onverstoorde overtuiging. 'K zegge dat ge liegt, gie sloeber!" bulderde Jules.

Gij liegt, vreugdbederfster! gij liegt indien ge anders profeteert!" De schaduw was verdwenen: de brief stak in des meesters zak. Aan den avonddisch zaten mèt hem gezellige menschen, geurden kostelijke wijnen, dampten smakelijke spijzen; en toen hij daareven thuiskwam, had hij honger, was hij dorstig, voelde hij zich juist in de luim tot blijmoedig kouten.

De eenige manier is: hem terstond te stuiten hem geen mond te laten opendoen; en dat is ook de manier van papa." "Maar Oom Tom zeide dat het een ongeluk was, en hij zegt nooit iets dat niet waar is." "Hij is dan wel een ongewone neger," antwoordde Henrique. "Dodo liegt zoo hard als hij maar spreken kan." "Gij dwingt hem door angst om u te bedriegen, als gij hem zoo behandelt."

Terwijl hij deze woorden sprak, kwam hij tot bij Breydel en riep: "Gij liegt en leve de Lelie!" "Gijzelf liegt en heil zij de zwarte Leeuw van Vlaanderen!" riep Breydel hem tegen. "Komaan," hernam de Fransman, "gij zijt sterk; ik wil u bewijzen dat de Lelie voor geen Leeuw moet zwichten. Wij vechten tot de dood." "Dit laat zich verstaan," antwoordde Jan Breydel. "Laat ons maar spoed maken.

En Nele verhaalde de minnarijen van Katelijne en wat deze 's nachts hoorde, toen zij verborgen was achter den dijk, die liep door den kouter van Servaas Vander Vichte. Nele is stout, zeide Katelijne, zij is wel hard jegens Hans, jegens heuren vader. Ik zweer, zeide Nele, dat hij schreeuwde als de nachtuil, om van zijne tegenwoordigheid miede te geven. Gij liegt, zeide de edelman.

»Mijn kleed en mijn ambt zouden mij dubbel strafbaar maken, als ik mijn mond opende om een leugen te zeggen." Het gelaat van den koning werd vuurrood van toorn, en met een barsche stem riep hij: »En toch liegt gij, want Gaumata was gisterenavond hier! Gij beeft! Daartoe hebt gij alle reden."

En nu ben ik hier en recht verdrietig, van u in zulk een gek parquet te zien; want ik hoor, dat het hier geen quaestie van een duel is, maar dat Lodewijk u van moord beschuldigt." "Hij liegt, Reynhove! bij al wat heilig is, hij liegt." "In dat geval is het een heel gemeene leugen, en hoop ik, dat hij tot inkeer zal komen. Maar...."

Dat zag 'k an je gezich, toen je blinde tante na de deur ging, toen ze d'r hand an de plek lee. Jij liègt!"

Je hebt dit alles vast maar bedacht om me aan 't schrikken te maken. Ik wou, dat Gorgo, de arend, je verscheurde! Ik wou, dat onze huismoeder je snor afknipte!" Maar Jarro kon Klorina met dien uitval niet tot zwijgen brengen. "Zoo! Geloof je, dat ik lieg?" zei ze. "Vraag het Caesar dan, hij was gisteren avond ook in de kamer. Caesar liegt nooit!" "Caesar!" zei Jarro.