United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan hun hoofd staan de, door mij tot stadhouder aangestelde opperpriester Oropastes en zijn broeder Gaumata, die zoo sprekend op den vermoorden Bartja gelijkt, dat Cresus, Intaphernes en mijn oom, de edele Hystaspes, hem eens voor mijn broeder hebben aangezien. Wee mij, dat ik hem gedood heb, die, als mijn naaste bloedverwant, den mij door de magiërs aangedanen hoon had kunnen wreken.

Maar ook zonder deze ontdekking had zij de zekerheid, dat de overweldiger, die inderdaad treffend op den vermoorde geleek, niemand anders was dan Gaumata, de broeder van Oropastes. Haar oude vriend Boges was wederom overste der eunuchen, en had haar in het geheim der magiërs ingewijd.

Scutala. Skytalismos, doodstraf door middel van een knods of knuppel. Smerdis, Smerdis, broeder van Cambyses, die hem uit jaloerschheid door Prexaspes liet dooden. Terwijl Cambyses nog in Aegypte was, gaf een magiër Gaumata, Gometes, zich voor Smerdis uit, op wien hij inderdaad sprekend geleek, en maakte zich van de regeering meester.

»Mijn kleed en mijn ambt zouden mij dubbel strafbaar maken, als ik mijn mond opende om een leugen te zeggen." Het gelaat van den koning werd vuurrood van toorn, en met een barsche stem riep hij: »En toch liegt gij, want Gaumata was gisterenavond hier! Gij beeft! Daartoe hebt gij alle reden."

Velen zeggen zelfs, dat hij op prins Bartja gelijkt." »Dat is zoo," riep de kamerjuffer. »Toen ik met u mijne tegenwoordige meesteres tegemoet trok, meende ik Gaumata te zien, toen ik Bartja op het plein van het wachthuis voor het eerst in het gezicht kreeg. Zij gelijken op elkaâr als tweelingen, en zijn de schoonste mannen in het gansche rijk!" »Wat krijgt ge een kleur, mijn roosje!

Ik lach met zijne beloften, en zweer hier met den duursten eed, dien ik ken, bij Mithra en de Feruers der koningen, dat hij, die thans over u heerscht, niemand anders is, dan de van zijne ooren beroofde Gaumata, de broeder van den opperpriester en stadhouder Oropastes, dien gij allen kent!

Naardien Cambyzes, het oog der wereld en de zon der gerechtigheid, in zijne zachtmoedigheid, die even uitgestrekt is als de hemel en even onuitputtelijk als de zee, ons bevolen heeft, de misdaad van den magiërszoon Gaumata niet met de strengheid van den rechter, maar met de toegevendheid eener moeder te beoordeelen en te bestraffen, zoo hebben wij, de zeven rechters van het rijk, besloten, hem het leven, dat hij verbeurd had, te schenken.

Hij herinnerde den koning het onzalige misverstand van vroeger, dat door de treffende gelijkenis van Gaumata op Bartja ontstaan was, en bood zijn hoofd aan tot onderpand voor de waarheid van zijn vermoeden. De geestelijk kranke koning, die met deze uitlegging genoegen nam, dacht sedert dit oogenblik aan niets meer, dan aan de gevangenneming en de terechtstelling der magiërs.

Is het zoo niet? ik bid u, mijn duifje, gebruik uwe tong wat beter, wanneer het er eens op aankomt, aan uwe gebiedster een loffelijk getuigenis van den armen Boges te geven! Zal ik den schoonen Gaumata van u groeten? Mag ik hem zeggen, dat gij hem niet vergeten zijt, en hem met blijdschap verwacht? Gij aarzelt?

Negen dagen lang bleef Cambyzes in een bijna waanzinnigen toestand. Nu woedend, dan dof en onverschillig, veroorloofde hij zelfs zijnen verwanten en den opperpriester niet hem te naderen. Op den morgen van den tienden liet hij den overste der zeven rechters komen, en beval hem Gaumata, den broeder van Oropastes, zoo zacht mogelijk te vonnissen.