Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Fagin knikte bij wijze van volkomen goedkeuring voor deze behandeling. »Toen ik op mijn rug lag, hing ze dag en nacht om me heen, en jij, wolf met je zwarte ziel, bleef weg,« zei Sikes. »We leden armoe ook al dien tijd en ik denk, dat 't haar op een of andere manier moe en kregel heeft gemaakt; ze is onrustig na zoo lang opgesloten gezeten te hebben nou?«
»Hm!... Vriénd?!" zei Reinier, »nou ja, omdat we vroeger kennissen waren loopt hij me nog altijd na als een hondje..." »Begrijpt zoo'n jongen dan niet, dat jullie verhouding nu toch heel anders geworden is," vroeg een tweede. Reinier, geërgerd, haalde de schouders op. »'t Schijnt van niet!" zei hij kregel.
Wat was dat "Kregel Mennonietje" veranderd! Zijne oogen draaiden onder zijne donkere wenkbrauwen als kooltjes vuur in het rond, en dikke plooien liepen van zijnen neus naar zijn hoog en breed voorhoofd. Alles was beweging aan hem; hij stond geen oogenblik stil en hij keek naar de Spaansche vloot, alsof hij die geheel alleen zoo maar op de vlucht kijken kon.
Onder het rollen voelde ik dat ik vreeselijk gekrabbeld werd, doch ik had geen tijd om te zien of Witte dat deed. Wij kwamen in de braamstruiken, die beneden aan den heuvel en tegen de hoogte groeiden, aanrollen. Hoewel versufd door den val stond ik dadelijk op en naar Witte gaande zeide ik: "Je hebt mij gekrabbeld, Kregel Mennonietje!" "Ik en mag niet krabbelen!" zeî hij bedaard.
Vooral als wij hem "Kregel Mennonietje" noemen dan stampt hij van kwaadheid en krabbelt zichzelven in 't aangezicht. Want weet u, moeder, Witte's vader, de oude Cornelis Wittensz. De With en zijne Moeder Neeltjen Andries, zijn beiden Mennonieten en deze mogen niet slaan, niet vechten, niet zweren en wat weet ik daar nog al meer af!"
Toen zij uit zijn muil kwam, was haar gansche keel en gelaat verminkt. Toen hij den volgenden morgen opstond, zeide hij tot de vrouw: Vrouw, hoewel uw kregel karakter mij nooit heeft veroorloofd een goeden dag met u door te brengen, zou ik toch treurig zijn, wanneer u kwaad overkwam en daarom, indien gij naar mijn raad wilt luisteren, ga heden niet uit huis.
Daar staat hij!" sprak Tromp en wees op den ouden matroos, die nog altijd bij Leinsz. stond. In een paar stappen was Witte bij hem, tikte hem op den schouder en zeî: "Dag Huib Maerlant!" "Dag, heer Ammiraal!" antwoordde Huib ontroerd. "Nou, waarom zeg je nu niet als voor een goede veertig jaar: "Leelijk Kregel Mennonietje?" Huib zweeg. "Jawel, nou denk je zeker dat ik je dat inpeperen zal!
"Ik weet het nog niet," antwoordde hij kregel; maar zij hoorde zeer goed dat zij reeds veel gewonnen had. Pauze. "Albert!" Albert echter sliep reeds of hield zich zoo. Hij was nijdig over de combinatie, maar vond slaperig als hij was geen argumenten genoeg om een woordenstrijd te beginnen, waarin hij toch reeds vermoedde het onderspit te zullen delven.
"Kijk, daar staat al een jongen op!" riep Simon. "'t Is ons Kregel Mennonietje!" zeî Marten. Het was zoo. Nauwelijks waren wij op de plaats waar we prachtig zeegevechtje konden spelen, of Willem Roete ging naar hem toe en zeî: "Hoe komt gij hier?" "Op mijne beenen!" antwoordde Witte. "Denk-je dat ik vliegen kan?" "En wat kom-je doen? Kom-je meevechten?" vroeg ik.
"Gij hebt dien heer grof beleedigd," vervolgde meneer Biggs, en al hebt ge den mond vol van gelijkheid, toch durft ge hem geen voldoening geven en verschuilt ge u achter uw halfdek." "Meneer Biggs," hervatte onze held, die nu kregel was geworden, "zoodra we te Malta binnenloopen zal ik aan wal gaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek