Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
"Zeer zeker, meneer Easthupp, dat moet hij ook; en als iemand, die even goed een heer is als hij, toevallig niet tot het halfdek behoort, behoeft hij hem daarom niet te beleedigen enkel omdat hij dezelfde denkbeelden verkondigt." Daarop sloeg meneer Biggs met zijn rotting tegen de schoorsteenkap van de kombuis en wierp een zijdelingschen blik op onzen held.
Nu hebben we reeds opgemerkt, dat die stuurman Jack's gezworen vijand was. Jack lag er al met drie overhoop: met Smallsole, met Biggs, den bootsman, en Easthupp, den onderbetaalmeester. Meneer Smallsole was wat blij, dat hij eens het commando had en hoopte nu gelegenheid te vinden tot het straffen van onzen held, die zich al licht bloot zou geven.
"Het schijnt wel, dat fatsoenlijke lui niet zamen kunnen praten zonder beluisterd te worden," liet Easthupp er op volgen, met een ruk aan zijn halsboord. "Het is niet de eerste maal, dat gij goed gevonden hebt beleedigende aanmerkingen te maken, meneer Biggs; en daar gij dat geval met uw broek niet schijnt te kunnen verkroppen, zal ik u maar ronduit zeggen, dat ik ze mee naar boord genomen heb.
De bootsman, Biggs geheeten, was een vlug, bedrijvig manneke, dat eens bij een orkaan als opperste van de fokkemars zich zoo buitengewoon kordaat had gehouden, dat hij bij den admiraal tot bevordering werd voorgedragen. Hij werd dan ook bootsman, en nadat de equipage, waartoe hij behoord had, afbetaald was, vond hij plaatsing op Harer Majesteits fregat de Harpij.
Biggs wist nog altijd niet hoe hij het maken zou om geen al te gek figuur te slaan en bleef dralen, totdat de eerste luitenant driftig uitriep: "Wat duivel, meneer Biggs, wat treuzel je toch? ge zult me verplichten met wat meer ijver te toonen of anders wil ik u wel verzekeren, dat ge u in 't vervolg de moeite kunt sparen van verlof te vragen om naar den wal te gaan. Ben je soms dronken, meneer?"
"Waarachtig niet ik wil ook mijn schot hebben." "Maar op uw vriend, meneer Biggs!" "Dat kan me niet schelen, ik zal schieten op wie dan ook; schot om schot, en ik zal zoo goed mogelijk raken." "Neen, heeren, daar tegen teeken ik protest aan," riep Easthupp; "ik ben hier gekomen om voldoening te eischen van meneer Rustig en niet om meneer Biggs op me te laten schieten."
Toen de officieren opgestaan waren, rolde Gascoigne, in spijt van Biggs dringend smeeken, zijn jekker op en smeet hem den man toe, die den achtermeertros uitgeworpen had. Wat Biggs toestand nog des te beklagenswaardiger maakte, was de omstandigheid dat de eerste luitenant over de verschansing in de boot stond te kijken en kapitein Wilson op het halfdek heen en weer wandelde.
Rustig nam zijn plaats in, de bootsman werd op de zijne gezet en Easthupp, die beteuterd stond te kijken, door den konstabel naar de derde plaats geleid. "Maar meneer Tallboys," zei de onderbetaalmeester, "ik begrijp er niets van. Meneer Rustig moet toch eerst met meneer Biggs vechten, is 't niet?" "Wel neen," antwoordde de konstabel, "'t is een duel met z'n drieën.
Evenals de meeste menschen, die zelden wat te bevelen hebben, was de stuurman overdreven lastig en bazig. Hij vloekte tegen de matrozen, liet ze hun werk twee, driemaal overdoen, onder voorwendsel, dat het niet vlug genoeg ging, en had op iedereen, die aan boord gebleven was, wat aan te merken. "'t Schijnt wel, meneer Biggs, of jullie daar vooruit allen in den dut zijt geraakt.
"In dat geval, meneer, behoort gij te weten dat uw eer in handen van uw secondant is en dat geen fatsoenlijk man van diens schikking in appél komt." "Dat weet ik ook wel, meneer Gascoigne; maar ik heb geen ruzie met meneer Biggs, en daarom zal meneer Biggs stellig niet op mij willen mikken." "Zou je soms denken dat ik voor niets op me liet schieten?" viel de bootsman uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek