Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Och, och, zuchtte Snepvangers, 't is toch niet waar zeker? Jawel, maar laat mij dan maar roepen... Ik zal wel raad weten... ik heb al twee pooten genezen met een saaien draadje in lijnolie gedrenkt en warm zand in het kot... Dan hebt ge niet lang plezier van een kanarievogel, wantrouwde Snepvangers.
Hij richtte het hoofd op, nam eene stoute houding aan en bezag den rechter met vlammenden blik. "In de gevangenis? In het kot?" kreet hij. "Ik, Jan Verhelst? Ik, die mijn leven hebt gewaagd en een lid verloren uit opoffering? Ik, onschuldig? O, neen, neen, het is onmogelijk! In het kot, als een dief, als een moordenaar?
Hun wenkbrauwen borsteliger dan ooit, en hun wapenen rink-rinkelden onder 't gaan. Als ze den misdadiger naar het kot sleepten, deden ze dit naar de eischen der hoogste kunst. Ook op het oogenblik, dat de rog zoo'n vervaarlijken salto-mortale had gemaakt, was de schout niet aanwezig, maar de vrouw van den smid snapte hem net precies, toen hij zich wilde verstoppen.
"Ach Kot! ich pin so krank," zuchtte hij, met de oogen draaiende als een schelvisch, die op het strand ligt.
Hoe het zij, de schuilplaatsen der dieren zijn boven die der menschen te verkiezen. Dierenholen zijn beter dan menschenholen. Wat Marius zag was zulk een hol. Marius was arm en zijn kamer armoedig; maar even edel als zijn armoede was, was zijn verblijf zindelijk. Het kot, waar hij nu zijn blik insloeg, was afschuwelijk, vuil, walgelijk, donker en smerig.
Wij moeten het kot uitbreken; de kapoen is gemest, zeide hij. De monnik kwam er toen uit, keek met groote, verdwaasde oogen in het rond, hield met de beide handen zijn buik op, en viel op zijn achterste, ter oorzake van een hevige baar, die het schip ophief. En Lamme zei tot den monnik: Zult ge mij nog dikzak heeten? gij zijt dikker dan ik! Wie diende u zeven eetmalen daags vóór? Ik!
En nu zit Maaiken koes en bevend in heur kot, te kijken naar Satan, die daar omhoog op gindsche zuil zit, met de zweep in de hand, en grijnslachend zegt: "Ik zal u het bloed en de tranen betaald zetten, die vloeiden in uwen naam! Maaiken, hoe is 't met uwe onbevlektheid? Ge moet rijden!
En het wijf schreeuwde weerom achter de deur zoo bitsig: Toe, luizevel, blijft ge weer luileeg in uw kot liggen tot 't al is opgeschept! Hij gromde iets en kwam met mijde treden in de woonkamer kijken. Zijne snede brood lag gereed bij zijne komme koffie en hij at haastig dien morgenkost.
Er zijn geene getuigen om mijne onschuld te bewijzen: ik zal veroordeeld.... Ween niet, Mie-Wanna; het kan er niet aan helpen; gij zijt moeder, denk aan onze kinderen...." "Arme Jan," klaagde de vrouw, "gij goed, braaf mensch, gij zoudt in het kot blijven, jaren en jaren!" "Neen, slechts twee jaren.
De beide zoo even gekomenen naderden dus eenigszins aarzelend, nauwelijks de voorwerpen kunnende onderscheiden, terwijl zij volkomen gezien en opgenomen werden door de oogen der bewoners van het kot, die aan deze schemering gewoon waren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek