Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Vandaag moest hij de stad zien, hij wou en zou. Aan de koffietafel kreeg hij den gelukkigen inval. Het water rijst me over het hart als ik aan schelvisch denk! Zoo, wat gedacht, wantrouwde Madame, dat kunnen we niet krijgen in het dorp. Schelvisch, dweepte Marieken. Ik ben ziek van goesting naar schelvisch, droomde Mijnheer.

Zij wantrouwde zijne woorden, wilde in zijne oogen de waarheid lezen die zij nergens raken kon, en hij vertrok met die waarheid die een geheim was geworden. Nochtans ondervroeg Vere hem nooit. Na 't geen hij altijd zei van haar kind, voelde zij dat zij niets meer vragen kon.

Moeder is mijn boel klaar? vroeg hij. Alles is klaar, James, antwoordde zij de oogen op haar werk. Sedert eenige maanden voelden zij zich niet op haar gemak alleen met haar ruwen, strengen zoon. Haar kleine, onoprechte natuur werd onrustig, als hunne oogen elkaâr ontmoetten. Zij vroeg zich dikwijls af of hij iets wantrouwde.

'k Heb toch ook hooren klagen in den trein ... menschen die peperduur hadden mogen betalen ... Als 't maar geen stoef is, wantrouwde Snepvangers. Ik zeg niet neen ... ik weet het niet ... in mijn boterwinkel waren ze zeer convenabel en toch ... Wat? Toch hebben ze me drie eieren te veel gerekend ... 'k heb het maar blauw blauw gelaten ... En hoe vindt ge de stad? Och 't kon veel erger zijn ...

Alleen de Verdierenpikker zag hij soms in de herberg, maar deze disputeerde altijd zoo fel over den "Krieg" en kende zooveel geheime telegrammen die onder de bezetting niet bekend mochten worden! Snepvangers vreesde hem, geloofde en wantrouwde hem te gelijk. Op het einde van Januari liep het tusschen Snepvangers en zijn schoonzoon weer verkeerd.

Wie kon dat zeggen? Hoe gelukkig dat haar zuster zoo gerust sliep. Want hij had het niet op Elisabeth begrepen hij wantrouwde haar. Wel mocht hij haar wantrouwen! Elisabeth's slaap was als die van een wezel. Zij lachte op dit oogenblik ook, niet luid, maar lang; het was de lach van iemand, die aan de winnende hand is.

Hij hield d'Alembert, dien hij wegens diens intimiteit met Voltaire in hooge mate wantrouwde, voor den schrijver, en was overtuigd dat ook Hume er de hand in had gehad. Geheel schoot hij met dit vermoeden den bal niet mis: dat Hume van den brief afwist, is zeker, en waarschijnlijk, dat hij aan de grap medeplichtig was.

En zie! wedervoer Sörge, het zou mij niet verwonderen als hij in dat avontuurtje bezweek. Hebt gij mij niet gezeid dat hij Pezza wantrouwde? Pezza zal het reeds gemerkt hebben en hij zal Pezza's eerste slachtoffer zijn. Wat dan? We kunnen hem niet redden .... maar .... Ik geloof u niet. .... we kunnen Pezza straffen. Ik geloof u waarlijk niet, Rupert. Ge ziet het te zwart in.

Ik antwoordde: vijf maanden, doch hij wantrouwde mij en vroeg, waar de voorschriften van Amen-Ra waren, welke ik in mijn hand behoorde te hebben en waar de brief van den hoogepriester was. Ik vertelde hem, dat ik dezen aan de andere vorsten gegeven had. Hij werd boos en zei, dat ik zonder bewijzen kwam; wat belette hem, den kapitein van het schip te bevelen, mij te dooden?

Dien dag waarschuwde de gids Cascabel, dat het misschien niet kwaad zou zijn een etmaal rust te houden in een nabijgelegen dorp, want dat de paarden zichtbaar moede waren en het dus wel noodig hadden. Wat is dat voor een dorp? vroeg Cascabel, die alles wat in Britsch-Columbia was nog altijd wantrouwde. Het heet Schurkendorp, antwoordde de gids. Wat zeg je, Schurkendorp?

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek