United States or Switzerland ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Was de afgelegenste kamer van het afgezonderdste huis op den eenzaamsten boulevard van Parijs. Zoo men hier geen hinderlaag gekend had, zou men ze er uitgevonden hebben. De geheele lengte van een huis, en een menigte onbewoonde kamers, scheidden dit kot van den boulevard, en het eenige venster dat het had, zag op woeste en onbebouwde gronden uit, omgeven van muren en rasterwerk.

Dergelijke schurken hoefden niet gespaard te worden. Ook de kroegbaas, zijn vrouw en Fietje, die zich in het gesprek mengden, waren 't daar heelemaal mee eens. Alleen 't Barontje, als wettelijk hoofd der gemeente, voelde eenige aarzeling. We moèn toch zien da w' in 't kot nie'n geroaken, meende hij. Steekt de sloebers zelf in 't kot viel de herbergier plomp-lachend in.

"Volgens zijne uitleggingen, Meken, kan vader niet vrijkomen dan nadat het tribunaal bijeen is geweest en een vonnis heeft uitgesproken. Eer dat het tribunaal daarover vergadert, zullen er nog weken verloopen, maanden misschien, en mijn arme vader zal zoolang in het kot blijven. Ach, dat wij toch niets van hem vernemen! God weet, Meken lief, is vader niet ziek van verdriet!"

De herbergiers zijn zeer onwellevend en onaangenaam in hunne manieren; hunne huizen en personeel zijn dikwijls in hooge mate vuil; het gemis van het gerief van messen, lepels en vorken is aan de orde van den dag; en ik ben er zeker van, dat in geheel Engeland geen hut of kot is te vinden, die zoo volmaakt van alle gerief verstoken is.

De kwabakker gaf hem voor eten drie oudbakken brooden per week en deed hem slapen in een kot onder het dak, waar het regende en waaide dat het een pleizier was. Als Uilenspiegel zag, dat hij zoo slecht behandeld werd, bakte hij zijnen baas verscheidene poetsen en onder andere deze: als men 's morgens heel vroeg bakt, moet men 's nachts het meel builen.

Een algemeene kreet van ontsteltenis deed zich hooren. Lodewijk werd bleek als een laken en een krachtige vloek bestierf op zijn lippen. "Ach! mein Kot!" zeide Weinstübe: "set mihr aus: ich wil er aus. Ich wil nicht langer hier pleiben." "'t Is niets!" zeide ik, de dames wenschende gerust te stellen; "wij hebben het ergste al geleden. Alle man aan 't werk: dames! gaat in de kajuit!"

'k Sterve van blijdschap! 'k heb gebeefd heel den dag, maar nu peins ik eerst op u, Dille, ge moet meevieren ent ook uw deel hebben, hier, drink dat uit, hier ze, 't is beste genever; maar 'k moete naar huis, is dat een dingen, t' onzent: er zijn wel vijftig menschen en ze dansen dat 't kot dreunt! en Dille, ze hebben mij doen drinken, mijn hoofd draait er van, Dille, dat is een dingen: mijn oudste jongen die nu vrij is van de soldaten, een beeld van een jongen, ge kent hem, en dat hij nu vrij is!

Zij probeerde in de enge ruimte iets te vinden, waaruit zij begrijpen kon, welke plaats men haar had aangewezen. Haar woning was het niet. Bij het tasten stiet haar been tegen een hard voorwerp, en in dezen klankloozen, kleurloozen nacht, begrepen eindelijk haar blinde vingers, dat het een brits was. "'t Kot!" riep ze in angst. "O! waar heb ik dat aan verdiend?

Dat zal ik u leeren, vriend... Als ge voor een kot staat dan moet ge de vogels goed bezien... Als ge ze goed bezien hebt, moogt ge u nooit laten pakken door de schoon pluimen... zoo is het bij de menschen ook... Dus een met leelijke pluimen? Bijlange niet!... Luister. Als er veel bijeen zitten moet ge een kaalkopken kiezen... Zijn dat mannekens?

Nu zit hij in het duistere kot zo ellendiglijk te zuchten en wie weet of de wrede Johanna hem niet zal doen sterven! O mijn lieve vogel, dan sterven wij ook van angst. De gedachte, de schrikkelijke gedachte alleen, doet mij de krachten ontgaan. O zit daar neer; want mijn bevende hand kan u niet meer dragen ..."