Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
En hij kittelde de kuiltjes van het wichtje, dat hem even met glanzend-blijde oogjes toelachte... Zijn leven werd heel kalm, heel stil, heel eenzaam. Hij werkte gansche dagen, sprak weinig, zat doorgaans, in zijn schaarsche rusturen, droomerig te peinzen en te staren, als verdiept in verre, verre gedachten. 't Kot hè hem goe gedoan," meenden de menschen. "Hij hè bereiw, hij es broave geworden."
Als ik, omtrent donker van mijn rijwiel-rit terugkeerend, Kreels erf langs fiets, zie ik mijn zuster Trijn aan den ingang daarvan staan. Zij wenkt mij. Ik stap af. "Ga mee", zegt mijn zuster Trijn. Haastig stappend, brengt zij mij bij de mouw naar het kot, waarin de ronde vormen der biggen nog net zijn te onderscheiden.
Toch waren Philippus en Maria genoeg verbonden om protestanten met honderden te doen sterven door het vuur en het water. Als Philippus niet uit Londen was, of als hij niet, onder eenige vermomming, in het een of ander slecht kot zijn vermaak zocht, bracht de nacht de beide echtgenooten bij elkander.
"Misschien," zeide Ludwig, oprijzende: "ik zal 't beproeven; doch hier in dit benauwde kot kan ik niet langer blijven; 't is of ik stikken zal." Dit zeggende ontknoopte hij zijn buis. "Ik zal u laten gaan, Ludwig! op één voorwaarde. Beloof mij, dat gij geen onberaden stap zult doen, dat gij nu naar uw nachtverblijf keeren en ter rust zult gaan.
We kunnen wij ook naar de markt gaan, zei Ghielen tegen Doka en hij liet Vinie vertrekken. De zwarte palulhond had heel dat spel aanschouwd en als de koe weer op stal en de koopman van 't hof weg was en Ghielen en Doka in huis, gromde hij wat en kroop in 't diepste van zijn kot. Ghielen sloeg Doka op den schouder, kletste op zijne bil en spetterde uit in eenen kikkerlach.
"Ik hoop voorwaar van neen," antwoordde ik, mijn best doende om een opgeruimd gezicht te zetten: "wij bevinden ons hier niet op een onbekende kust noch bij een onbewoond land. Er zwerven hier altijd zooveel visschers rond, dat het wel wonder zoude zijn, indien men ons niet bespeurde." "Ach Kot! 't zal wel de laatste maal seijn, dat ich op 't water kom," zeide Weinstübe.
"Ik weet, dat gij het niet kwaad meent, alhoewel gij onrechtvaardig zijt jegens mij." "Welnu, loochen dan, dat gij weigert uit opzicht voor uwe vrouw!" "Integendeel, ik beken het; maar indien het eens was uit achting voor haar en uit genegenheid voor mijne kinderen?" "Ja, Damhout, uwe kinderen; gij zult er een schoon kot van kweeken van uwe kinderen.
En nu sluit Kreel achter hen de deur, die niet weer voor hen zal opengaan, aleer zij, van het aanminnige volkje, dat zij thans zijn, tot zwaarlijvige matrones zullen zijn uitgegroeid. Deze deur, die zich aan de achterzij van het kot bevindt, verzekerd hebbende, gaat mijn kameraad Kreel met de ellebogen over het half-hooge schot hangen, dat het varkenshok aan den voorkant afpaalt.
De vogels zijn gevlucht, de takken breken; verloren is de stemme mij gegaan!–De winden spreken. Wanneer ben ik U naast, o God, of verst, dat wilde ik weten: wanneer ik mij, in 't donker kot, vernibbele , aan de keten; of dan, wanneer ik henentie en vliege, schier vermeten, naar 't licht, dat ik zoo geren zie? o God, dat wilde ik weten. 'k Heb overal mij zelven meê, omhooge en aan de keten!
Maar gij doet mij mijn ongelijk gevoelen. Wat er ook gebeure, laat mij ten minste dezen troost, dat gij niet ontevreden op mij zijt." Zij antwoordde mij niet, maar drukte mij met aandoening de hand, en toen, de hare wegtrekkende, veegde zij zich de oogen af en wendde het gelaat om. Op dit oogenblik ging het schot af. "Mein Kot!" riep Weinstübe, opspringende: "Was ist das?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek