Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Hij stapte zonder een woord te spreken van het vlot af op den kant, en keek zwijgend naar zijn natte broek. Karel kwam bij hem. "Wat zat je daar koddig met je hoofd boven dien paal uit!" zei hij lachend. "Ik wou, dat je het gezien hadt." "Ik vind het heelemaal niet koddig!" zei Jantje. "Ik kan me niet begrijpen, dat je dit nou zoo grappig vindt. Zeg Karel, ik durf zoo niet naar huis toe, hoor."
Is Jantje weer zoet?" Er was iets zeer schichtigs en onrustigs in het gelaat van Mientje. Het was, om de waarheid te zeggen, geen heel mooi meisje; ook al bleek, en met iets heel leelijks in de oogen, die altijd ter zijde uitkeken; daarbij had zij als waren 't zenuwachtige trekken in haar gezicht, die den heer Bruis niet aanstonden. Mevrouw Deluw drong er niet op aan om het boek te zien.
En toen dit eindelijk geschied was, haalde hij zijn potlood-krabbellijstje uit en las het 't oudje voor: Viertig fran aan bezinne Van de Weghe veur gewichte te kurt op tien joar leverijnge van eirdappels. Jantje knikte, droog-hikkend, sprakeloos. Vijf en tsjestig fran aan Theofiel De Mispeloare veur vijf joar mijngelijnge van rogge in de tarwe. Jantje knikte.
Hoe ouder Jantje werd, des te meer gingen zijne kameraden van hem houden. Dat was volstrekt geen wonder, want hij was een aardige jongen met een goed hart. Van alles wat slecht en leelijk was, had hij een afkeer, en als sommige jongens nog wel eens iets deden, waarvan groote menschen last of schade ondervonden, deed hij nooit meê.
Jantje was dan niet in de mogelijkheid om een gesprek met hem aan te knoopen, en moest zich dus op andere wijze zien te vermaken. In den knikkertijd speelde hij met zijn knikkers, die hij dan zoo dikwijls telde, tot ze eindelijk met groot lawaai op den grond terecht kwamen. Dan was Holland in last. Hij raakte zijne knikkers kwijt en kreeg nog straf op den koop toe.
Neen, dat kon Jantje in 't geheel niet bekoren, en hij maakte gauw, dat hij weer in zijn bed kwam. Maar den slaap kon hij niet meer vatten; hij was dan ook veel te vroeg naar zijn bed gegaan. Hij deed niet anders dan zuchten, en vond, dat de nacht vreeselijk lang duurde. "Er komt nooit een einde aan," mompelde hij zacht. "Weet je wat, ik ga tot duizend tellen.
"Ga lekker slapen, jongen, dan is het morgen vóór je het weet. Wel te rusten, Jan, en je mond houden, hoor." "Wel te rusten," zei Jantje met een snik en een zucht. Nu kon hij echter den slaap in 't geheel niet meer vatten, en hij verveelde zich schrikkelijk. Wel tienmaal begon hij tot duizend te tellen, maar telkens raakte hij in de war, en eindelijk gaf hij het op.
Toe, steekt de lucht aan en kijkt-e kier!" hijgde Jantje. De meid deed haastig een klein lampje branden en kwam er mee bij den haard. Och Hiere God!" schrikten zij beiden achteruit.
Hij was er meer dan kwaad om, dat de stroom opgehouden had te vloeien, en hij meende net zoo lang te schreeuwen, tot het weer begon. Bedroefd en niet wetende wat zij beginnen moest, snelde Anneke de achterdeur uit, om Grootvaders hulp in te roepen. Schreiende kwam zij daar binnen, en zij vertelde onder snikken en tranen, wat Jantje gedaan had.
Zulk schreeuwen hadden zij blijkbaar nog nooit gehoord. De Juffrouw werd er zenuwachtig van, en wist eindelijk geen raad meer met het kereltje. 't Was haar onmogelijk iets te beginnen, want Jantje overschreeuwde haar stem wel tienmaal, zoodat niemand haar kon verstaan. Maar opeens kwam hij tot bedaren, tot groote verwondering en even groote blijdschap van de Juffrouw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek