Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Wat heb je aan een bok, als je geen wagentje hebt?" ging Grootvader plagend voort. "Ik zou hem maar aan den slager verkoopen!" Jantje keek zijn Grootvader diep verontwaardigd aan. "Dat nooit! Nooit, hoor Grootvader!" riep hij uit. Grootvader scheen hem echter niet te hooren. Hij stond in gedachten verdiept, en streek met zijn wijsvinger peinzend langs zijn neus.

Eene gerechtigheid, die nog onderhevig is aan medelijden, draagt onverbiddelijk het merk van eigen zwakte. Wanneer het beginsel: Ieder voor het welzijn van Allen, tot zijn uiterste logische spanning wordt gehandhaafd, dan staat medelijden met het individu gelijk met Jantje iets afnemen om het Pietje te geven.

Bij het uurwerk van den toren, in een der galmgaten, zetelt de oudste burger van Sluis, een houten beeldje, in 1424 vervaardigd, dat bij het slaan enkele tonen aangeeft en als "de klokman Jantje van Sluis" bekend staat. Al is Sluis in verval, toch getuigt menig geveltje nog van de ruime beurs, waaruit het eens is gebouwd.

Jantje begon op zijn horen te toeteren, dat het wel vijf minuten ver te hooren was, maar Flipsen keek niet op of om. Jan zag dat tot zijn grooten schrik. Hij zag ook, dat Flipsen recht-uit, recht-aan verder liep, zonder ook maar een stap op zijde te gaan. "Zou hij me niet hooren?" dacht Jan, en hij toeterde zoo hard, dat zijn horen er van berstte, en in 't geheel geen geluid meer gaf.

De onbedagtzaamheid. De vogel op de kruk. Aan mijn kleine lezers. Jantje en het konijn. De zingende Willem. Morgenlied. De kleine zangster. Avondlied. De verkeerde vrees. De liefde tot het vaderland. De vegtende jongens. Het onweder. Claartje bij de schilderij van hare overledene moeder. De verwelkte roos. Mietje bij het clavecimbaal. Het verstandig antwoord. Het geweten.

Na dien dag keek Flipsen den zoon van Dik Trom nooit meer vriendelijk aan. Hij had een hekel aan Dik gehad, zoolang hij hem had gekend, en dat sloeg nu op Jantje over. Dat kon deze zeer goed merken.

De vrouw weder aan hare oudste dochter; de oudste dochter aan de dienstmaagd; de dienstmaagd aan eenen kweekeling; de kweekeling aan eenen der scholieren; en de scholier aan al zijne kornuiten. Zoodat straks de zoon van dominus Malthus door zijne schoolmakkers niet anders meer toegesproken werd dan als Don Jantje, of wel, als Don Juan del Mulino.

Zij zat als met lamheid geslagen op haar stoel en was niet bij machte om op te rijzen en Jantje te gaan helpen. Dat bleek echter ook niet noodig te zijn, want Jantje sprong dadelijk overeind en klom weer tegen het schuurtje op. Een poosje later zat hij weer op de vorsten. Eerst was hij wel een beetje bleek van den schrik, maar dat werd spoedig beter.

"Waar is mijn zweep?" vroeg hij. "Hier," zei Dik. "Maar één ding mag je nooit vergeten: sla den bok niet, als het niet noodig is." "Slaan, Vader?" vroeg Jantje. "O neen, mijn bok sla ik niet. De zweep is alleen maar voor 't mooi. Huup bok! Allo!" Daar ging de bok, tot groote vreugde van Jantje, die in het wagentje zat als een kleine prins.

De Juffrouw schoot in een geweldige lachbui, en de kinderen moesten ook zoo lachen, dat zij bijna niet tot bedaren konden komen. Jantje mocht naar huis om droge kleeren aan te trekken.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek