Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Dan zal ik weggaan, zei de jonge vrouw, in snikken uitbarstend. Zooals ge verkiest, had hij ijskil gëantwoord. En zoo was het gebeurd. Na een laatste, heftige scene, had mevrouw Bollekens junior zich eensklaps opgepakt en was zij weggeloopen, naar haar moeder toe. En kalm had Bollekens junior het boeltje bij zich opgedoekt en was hij bij zijn vader komen inwonen, met de jonge meid.
Godsdienst is God te dienen, en wat vrouw zou zichzelve dan godsdienstig mogen achten of vroom noemen, zoo ze niet God den Heere dient, en alzoo weet een »dienstmaagd des Heeren« geworden te zijn? Gehuwd of nog ongehuwd, moet immers de vrouw, die jubelt in haar verlossing van zonde, inwonen in het Huis haars Gods, om in dat Huis Hem te dienen nacht en dag.
In de eerste plaats heeft Eva nadat zij u leerde kennen, mij gezegd dat ze u zoo heel lief vond ja het moet er nu uit en dat ze hoopte recht veel van u te leeren. Bovendien waren het haar eigen woorden: 't Is zoo'n gezellig idee dat mevrouw Van Hake en haar zoon bij ons inwonen; wij zullen ze dikwijls zien, en als je mij zooveel alleen moet laten dan zal de goede vrouw nog last van me krijgen."
Francis heeft tot hare onuitsprekelijke verlichting de zekerheid gekregen, dat Gijsje Jool hersteld is en met haar kind bij de Pauwelsen inwonen gaat. Wij voorzien, dat ze eenmaal als dochter in dat gezin zal worden opgenomen.
Spreekt het niet van zelf, dat men eenigszins andere ideeën krijgt, als men ouder wordt en in andere omstandigheden komt. Vroeger was ik ook in zorgen, eerst over mijn lieve papa, later over tante Vere, die ik in haar ziekte heb opgepast... Voel je je gelukkig hier, kan je met Betsy overweg? O, zeker, uitstekend, anders zou ik immers niet bij haar inwonen.
Ursule trachtte meermaals met zoet gevlei haar op te beuren. Ze sprak weer van een cottage, waar ze zouden gaan inwonen, bij 't naderen van de lente. Ze dierf echter het gezelschap van Bella niet meer oproepen. Het was gisteren al te bar verloopen en de herinnering eraan zou geen goed stichten. De weke liep door.
De grootmoeder was uit Purmerend bij haar thuis komen inwonen. De "arrestasie" moest men maar vragen, had haar grootmoeder gezegd; dan wist dominee het wel. Mijn zuster Trijn helpt vader elken dag de eenden voeren; maar ik niet. Ik ga veel uit fietsen, of ik maak opstellen. Ook lees ik veel in de krant.
Mevrouw Van Hake bevreesd dat Thomas door een onbedachtzaam woord haar edelen vriend nogmaals zal kwetsen, valt haar zoon in de rede en vervolgt: "Wat Thomas u zeggen wil komt eenvoudig hierop neer, menheer Helmond, dat ik vóór uw verklaring van daareven, een weinig grond meende te hebben om te onderstellen dat uw lief bruidje ons inwonen op den duur minder aangenaam zou zijn.
Op een goeden dag merkte hij, dat de eene knie van Phémie Klad beter gebouwd was dan de andere, en daar hij op het gebied der plastiek het strengste purisme huldigde, zond hij Phémie weg en gaf haar als souvenir den wandelstok, waarmede hij haar zoo dikwijls opmerkingen gemaakt had. Hij zelf ging inwonen bij een bloedverwant, bij wien hij gratis onderdak kreeg.
Een vermaard kunstschilder te Amsterdam had op voorspraak van een aanzienlijk liefhebber, academievriend van Willems, er in toegestemd om Frits onder zijne leerlingen op te nemen; verder zou deze nog onderwijs ontvangen in alle vakken van kennis, die een kunstenaar van zekeren rang onmisbaar moesten zijn. Hij zou bij stille burgerlieden inwonen voor een matig kostgeld, waarin de rijke Amsterdammer beloofd had te voorzien. Wat er verder noodig was werd bijeengebracht door Willems zelf, dominé Roestink en den vader van Dientje, die de voogd was van Frits en die zeer met het plan was ingenomen. Overigens hadden nog enkele notabelen van de gemeente, door de beide predikanten daartoe opgewekt, hunne geldelijke ondersteuning toegezegd, hoewel schoorvoetend en niet zonder zorgelijk hoofdschudden; want al werd hun voorgehouden, dat zij daarmee een goed werk verrichten voor de toekomst der vaderlandsche kunst: die kunst zelve werd door hen zeer weinig gewaardeerd, en de meesten hunner vonden het onverstandig en roekeloos, dat men den zoon van juffrouw Rosemeijer, den zoon van Herman Millioen, dus uit zijn stand ging rukken, en zij zeiden niet te kunnen begrijpen hoe een wijs en bezadigd man als dominé Willems zoo iets in 't hoofd had kunnen krijgen. De overige begunstigers van de weduwe spraken op dezelfde wijze: »Dat Frits, die een vlugge jongen was, wat teekenen leerde voor liefhebberij, d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek