United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, met hetzelfde genot, waarmede thans een dilettant voor de honderdste maal de Norma, de Barbier of de Freischutz ziet opvoeren, naarmate hij een voorstander is van Bellini, Rossini of Weber, zagen wij telkenreize het tooneel, waarin Jan Claeszen zich doof houdt tegenover den huisheer, en Katrijn dezen met stokslagen betaalt; en dat andere, waarin de acteurs een voor een in de kist worden gestopt, met hernieuwd vermaak terug: ja wij waren geheel niet tevreden, indien er in het gewoon programma eenige verandering plaats had.

Werp nu nog even een blik op de breede, met loofen snijwerk versierde schouw, met haar gedraaide kolommen, haar schilderstuk in het midden en haar breeden marmeren mantel, waarop kostbare porseleinen vazen zijn geplaatst, en dan willen wij van dit vertrek afscheid nemen, na vriendelijken dank aan den huisheer, die dit heiligdom voor ons wilde ontsluiten.

In het salon was niemand. Uit Anna's kamer kwam op het geluid zijner schreden de baker met een muts met lila linten op te voorschijn. Met de gemeenzaamheid, die de nabijheid van den dood verleent, ging zij op den huisheer toe, nam zijn hand en leidde hem het kabinet binnen. "Goddank, dat u er is! Zij spreekt altijd van u."

Terwijl Rodolphe sprak, was de huisheer tegelijk rood, groen, geel en wit geworden, en bij iedere nieuwe spotternij van zijn huurder nam deze regenboog der woede op zijn gelaat een meer intensieve kleur aan. "Mijnheer," antwoordde hij ten slotte, "ik houd er niet van voor den gek gehouden te worden. Ik heb lang genoeg gewacht.

In 't kort, ik was op de trap: daar is een reet in 't beschot: ik keek er door en ziet: in een vertrekje, waarvan ik het bestaan niet kende, stond de huisheer, die Heynsz, in gesprek met denzelfden Jood, die mij hier bracht." "Dien Simon? Gelukkig kent hij u niet, en weet alleen, dat gij met mij hier gekomen zijt. Hij heeft u niet met uw vader gezien." "Ach!

Wouter hoorde dat men zich onder dat zoodjen onderhield over de afwezigheid van den huisheer, en wel op 'n toon die zekere ontevredenheid liet doorschemeren. Wel zeker, de man had op z'n post moeten zyn! Maar de meid is er toch, riep 'n jongen die den kost won met lam-zyn, maar nu toch 't kozyn van een der lagere kerkvensters had weten te bereiken, waar-i gargouille speelde.

"Pardon, nog een vraag," zeide mijnheer Bernard, "wat is uw beroep?" Juist op dat oogenblik kwam de witkiel van den jongen man, van zijn tweeden tocht terug, de binnenplaats op. Onder de voorwerpen, die hij aan zijn draagzeel droeg, zag Durand een schildersezel. "O, mijnheer!" riep hij verschrikt uit, terwijl hij den huisheer op den ezel wees. "Het is een schilder!"

Zoo'n Afrikaansche Boer moest de pijp stoppen, koffie drinken, mee deelnemen aan het middagmaal, en al bleef hij veertien dagen, het zou den ouden Jansen niet verdrieten. Geen gastvrijer huisheer was er te vinden tusschen den Atlantischen en den Indischen oceaan dan baas Jansen, wel te verstaan als de gast een Afrikaander was.

Voor hij evenwel iets verder zeggen kon, nam de huisheer het woord en zei, met minachtend gebaar op de klei-pop wijzend: Dat's ook een mooie jongen geweest, die Muller. , wat? U zegt Muller, hoor ik goed? Ja natuurlijk, is 't 'm dan niet? 'k Bedoel de dichter, die is 't immers? Ja zeker! zeker! maar.... Hij lijkt sprekend: Zoo-o! Ei! Frappant!

»De huisheer kan maken," hernam Marling, »dat de toestand van den gast onhoudbaar wordt, en ik meen, dat men rechtmatige eischen altijd mag stellen." »Maar bovendien," ging hij voort, »uw vergelijking gaat niet op, want de Uitlander is niet de gast, maar even goed een burger der Republiek als de Transvaalsche Boer."