Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Men moest dus om hem heen varen. De bootsman die deze manoeuvre ten uitvoer bracht, was een zeeman van groote koelbloedigheid, in wien kapitein Hull het meeste vertrouwen stelde. Men had van hem geen aarzeling, noch verstrooiing te vreezen. "Pas op je roer, Howik," zei kapitein Huil.
Veeg je oogen af met de mouwen van je kiel en huil niet in je pap; dat is een gekke manier van doen, Oliver.« Dit was het zeker, want er was al meer dan genoeg water in.
Ik huil ook niet, omdat hij voor mij verloren is; ik ben alleen verdrietig omdat ik hard ben geweest, omdat ik mij hield, als nam ik zijn vraag niet in ernst op. Wanneer hij zich nu ongelukkig voelt, is dat mijn schuld. En ik heb eerbied voor hem, dat hij zich na mijne weigering zoo waardig tegen mij heeft gehouden, als ik nooit gedacht had, dat hij zou doen.
"Welnu! dat kalkoentje wordt dik en vet, en ik zie geen reden om zoo bedroefd daarover te wezen." "Ja maar, ik huil, omdat het Joans kalkoentje is en dat hij zich zulk een pret voorstelde, het eens groot te zien, en dat hij het nu niet zien zal als het groot is." "O wee!" dacht Bouke: "Zij weet ook al van den moord af. En waarom niet?" vroeg hij overluid.
Tournel zelf bracht hem er heen, en toen zij te zamen vertrokken waren, schreide Augusta, en juffrouw Barbara zei: "Huil je, omdat die kromme krates weg is, malle meid? Ja? Mocht je hem zoo graag lijden? En hij plaagde je zoo dikwijls. O, zoo! vond je dat wel aardig? Nu, huil maar niet meer: hij komt terug.
"Om de waarheid te zeggen, Mijnheer, ik denk menschelijk en scheid niet gaarne het kind van de moeder." "O zoo! Ja wel, iets van dien aard. Ik begrijp het volkomen. Het is somtijds heel lastig met die vrouwen terecht te komen. Ik heb altijd een hekel aan zulk een huil- en schreeuwtijd.
"Wat scheelt je? waarom huil je?" "Ik heb gedroomd!... Och God!" riep Basilio uit en richtte zich op, gutsend van 't zweet, "'t was een droom, zeg, moeder, het was maar een droom. Niets meer dan een droom!" "Wat heb je gedroomd?" De jongen antwoordde niet. Hij ging zitten om zijn tranen en zweet af te drogen. Het was volkomen donker in de hut. "Een droom, een droom!" herhaalde Basilio zacht.
"Wist-ie niets?" vroeg Go, en begon weer te snikken, als ze zich den ouden man voorstelde, alleen in z'n huis, die opeens hoort: "uw zoon... dood." Ze klemde krampachtig de handen voor haar gezicht. Lou gaf haar wat water, huilde zelf kinder-hard mee, terwijl ze fluisterde: "Stil nou, Gootje, je maakt je ziek.... toe, huil nou niet," en toen zelf doorsnikte, het hoofd op haar schouder.
Allen zwijgen, getroffen door den innig medelijdenden toon van mevrouw Grootes stem. „Kom!” herhaalt zij, „huil zoo niet, ouwe vrind; kom ’t zal wel zoo erg niet wezen.” „Ik
»St!« zei de heer, die het eerst gesproken had. »Je weet toch zeker, dat je geen vader en moeder hebt en dat je door de gemeente bent opgevoed?« »Ja meneer,« antwoordde Oliver, bitter schreiend. »Waarom huil je?« vroeg de heer met het witte vest. En 't was zeker iets heel buitengewoons. Wat kon de jongen voor reden hebben om te huilen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek