Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
Maar bovendien strekken die brokken uit Hooft, Vondel, Huyghens enz. minder nog tot toelichting van mijn opstel, dan wel omgekeerd.
Toch heeft de weduwe Crombalgh zich aanbevolen om bericht, hoe 't stuk voldaan had; want al onderhoudt Tesseltje voortdurend nauwe betrekking met hooggeplaatste lieden als Huygens en Hooft, zij vergeet toch haar ouden vriend Vondel niet; en 't zou haar ook kwalijk passen, nu hij haar onlangs zijn "Elektra" heeft opgedragen en haar geloofsgenoot geworden is bovendien.
Ze kon 'r responsie voor Hooft vast prepareeren. Mogelijk zou er ook iemand zijn, die ze kende. Gerard niet, dien had ze dien ochtend nog gesproken, ging den heelen dag naar Den Haag met Hans, om 'n kamerzitting bij te wonen; Eduard misschien, of Frieda; of Mary Bruining, waar ze altijd nog 's naar toe zou gaan.
VOLKERT. Messieurs... ORATYN. Al zacht, val zo niet aan. Als jy zo schreuwt, wie zal my hooren, of verstaan? Messieurs... DANDYN. Zet op je hoed. ORATYN. Messieurs... DANDYN. Hoe zal ’t hier lukken, Ik zeg, zet op je hoed, die vent heeft zotte nukken. ORATYN. Myn Heer, ik weet wel waar dat d’eer my toe verplicht. DANDYN. Wel, zet hem dan op ’t hooft. ORATYN. zyn hoed op zettende.
Niet slechts in een kring van rechtsgeleerden leefde Grotius, zijn vrienden waren ook Jos. Scaliger, Justus Lipsius, Cansabonus, Hooft en zelfs Vondel. Ook het litterarisch schoon trok hem aan. En hier vooral is het dat wij den sleutel vinden van Grotius stellingen. Beschouwen wij een oogenblik de rechtsgeleerde wereld waarin hij leefde.
Die even uvve Kerck den segen hebt gegeven, Te kennen voor een hooft den Prince van het leven, En, uyt u diepste gunst, de menschen hebt gejont Een noyt begrepen heyl, een eeuvvigh trou verbont." Zo schikt Cats, "naar het motief van het wondere huwelik zijn lier aanstemmend, heel het menselik leven om dit éne middelpunt.
Dies hoe de krijgselende treffen, De schilderkunst mag 't hooft verheffen. Wij leeren uit de bovenstaande verzen, dat Uilenburg, reeds in 1673, handel in schilderijen dreef, en wel, in weerwil dat de oorlog nog woedde, met voordeeligen uitslag: wij vinden ook, dat hij, in het opschrift van 't eerste gedicht, "schilder" wordt genoemd: en werkelijk had hij in zijne jeugd het penseel gehanteerd.
9 ditto hadden moije coelte, laveerden om de noort; des avonts was Reusenbaij Oost van ons ontrent 3 mylen; lietent doch drijven mettet hooft om de West. 10, 11 ende 12 ditto waren wy tusschen de Caep ende Muijsersbaij 5, 4 ende 3 mijlen buijten de wal; des nachts setten ons de stroom om de noort; wy vernamen als noch geen joncken, noch eenich ander vaertuijch.
Met moeite had zij afscheid genomen van de brave menschen, bij wie zij zoo lang een vriendelijk tehuis had gevonden, en met tranen in de oogen had zij hunne gastvrije woning verlaten. Zij wist, dat de beste wenschen van Hooft en diens vrouw haar volgden. De boot stak van wal, en zonder een enkel woord te spreken roeide Marten naar de Schalkwijkerpoort, waar de wacht hen aanriep.
DANDYN. Vertrek, gy zyt van uw verstand berooft. JERONIMO. Myn Heer, ei, wil je wel... DANDYN. Ik zeg, je breekt my ’t hooft. JERONIMO. Myn Heer, ik heb belast... DANDYN. Zwyg, wilt uw tong besnoejen. JERONIMO. Dat men u brengen zou... DANDYN. Men breng hem naar de boejen. JERONIMO. Een zeker Oxhooft Wyn... DANDYN. ’k Heb daar niet meê te doen. JERONIMO. Van d’alderbeste zoort.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek