Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Want de vlam te groot synde soo sluyten wy onse oogleeden, of wy verdrayen ons hooft, en wy maken alderhande andere soorten van beweegingen, na dat de objecten ons daar toe irriteeren.

Het lag niet in haar aard om de onvrijen en minderen van het dienstpersoneel om inlichting te vragen, en dit deed zij dan ook niet, hoewel het in het paleis wemelde van wachters, beambten van allerlei soort, dienaren en slaven. Menigeen, die haar in het oog kreeg, zag haar aan met die eigenaardige schuwheid, die men gewoonlijk heeft voor iemand wien iets treurigs boven het hooft hangt.

Acht jaren lang leefde hij nu stil en ongestoord voor zijn huiselijke en burgerlijke betrekkingen, weinig uitgaande dan om zijn ambtsplichten te vervullen, zoodat zelfs zijn nauwste vrienden, als Hooft en anderen, klaagden, dat zij niets meer aan hem hadden. In 't jaar 1637 echter scheen zich voor hem weder een nieuwe en glorierijke loopbaan te zullen ontsluiten.

En wat al romantiese verhalen ook in de Trouringh: "uit alle oorden en alle tijden wist hij zijn volk wat te vertellen." 't Boek is als Cats, 'zeitgemäss' en aktueel. Evenals Hooft zijn Historiën aantrekkelik maakte door over toen bekende historiese personen mededelingen te doen, zo ook Cats. En hij wist veel van deze.

22 ende 30 ditto was het stille, worderheet weder; des avonts cregen een coeltien wtten Noorden; namen onse seijlen in ende lietent leggen dryven mettet hooft omde West. Maij, 1625. Adij.

De beschaving der hoven, zoowel als de classieke beschaving, beide waren niet veel meer dan een geleend zondagspak, waarmede men zich bij feestelijke gelegenheden tooide, doch dat den mensch als mensch geheel liet gelijk hij was. Wil men een bewijs? Men vestige eens onbevooroordeeld en zonder conventioneelen bril te gebruiken het oog op Hooft en zijne vrienden van het Muiderslot.

Wel was, toen Hooft der beide republieken zijn fijn compliment maakte, de kloeke kracht van den Leeuw met het boek aanmerkelijk gebroken, en was de tijd niet meer verre, waarop hij zijn langen doodslaap zou gaan slapen: maar toch, in die dagen speelde nog om het hoofd der venetiaansche republiek de naglans van een grootsch, een schitterend verleden; en de roem van weergaloos vernuft mocht haar ook toen nog niet worden betwist.

Go dacht, hoe moe ze den volgenden ochtend zou zijn; ze zou wel niet naar college kunnen. Ze hoorde Hans, die classicus was, met den schuchteren Hoefman boomen over de studie in de Nederlandsche letteren. "Toch wel lollige lui, die ouê snuiters," vond Hans, maar Hoefman zei: "Misschien spreek ik met te weinig zaakkennis, maar behalve Hooft en Vondel lijkt 't me toch niet veel.

Ook Vondel was er te gast, en het aanstaande vertrek van den verliefden zeeman gaf hem de navolgende regels in de pen, waarbij hij Hooft onder den naam van den zanglustigen veldgod Pan, den vrijer onder dien van Dafnis, diens liefste onder dien van eene Sirene, wier verleidend gezang allen tot zich lokt, en zichzelven als Tityr voorstelde.

»Zoo zie je, Marten, we zijn van den regen in den drop gekomen," zei Hooft met een diepen zucht. »Te Saardam zijn wij de honderden Spanjaarden ontloopen, om hier door duizenden te worden ingesloten. God weet, wat nog het einde zal zijn. Ik vrees, dat Haarlem bezwijken zal, en wat dan?" »Ja, wat dan?" vroeg Marten. »Ik weet het niet, maar Anna moet in ieder geval het einde niet afwachten.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek