Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 juni 2025
In de woordenboeken b. v. van Joannes Bogard te Leuven 1563, van Petrus Dasypodius te Antwerpen 1569, van Plantijn te Antwerpen 1573, om van anderen te zwijgen, vindt men nog de ware spelling van hooft, hoofden.
Een edel doelwit; doch op den weg daarheen worden de voeten ten bloede toe opengereten en het hart, ach Charmion, dat arme, zwakke, ontgoochelde hart!" Zij zuchtte diep, en liet het hooft rusten op haar arm, die op een naast haar staande tafel steunde.
Aldus Hooft, in een puntig, geestig rijm zijne hulde brengende aan de beide saamverbonden republieken: de oude aristokratische republiek van Venetië, wier heugenis een meer dan duizendjarig verleden omvatte, en de jonge burgerlijke republiek der Vereenigde Nederlanden, eerst sedert pas in de rij der europeesche mogendheden opgetreden, en met eene wel korte maar schitterende toekomst voor zich.
W. van der Hof, Schipper te Bakhuizen. F. Holtkamp, Boekhandelaar te Sneek. 4 ex. Jhr. Hooft van Woudenberg van Geerestein te Amsterdam. g. p. J. W. van Hopbergen, 1e Luit. Adjudant, voor het Leesgez. van Officieren van het 2e & 4e Bat. 3e Reg. Infant. te Leeuwarden. W. Ter Horst, Fabrijkant te Leeuwarden. J. van Hout, te Wognum. J. O. van Houten, Boekhandelaar te Assen.
I. van Beverwyck, Schat der Gesontheyt, met veersen verçiert door de Heer Jacob Cats... , blz. 116; "Als het grof bruyn Suycker door de scherpe Looghe van Kalck ghemaeckt, ghesuyvert wort, ende de vuyle en swarte Syroop, daer uyt-gedreven is, soo krijght het eenen vreemden scherpen smaeck, waer af het bloedt verbrandt wert, ende het hooft beswaert.... Soo dat het ongesuyvert ofte Grof-Suycker somtijdts beter is, dan 't ghene dat de scherpigheyt van de Looge, in het suyveren behouden heeft.
"Zoodat," antwoordde de dokter, hem tot afscheid de beide handen drukkend en eensklaps zijn gewonen lagchenden toon hernemend, "sommige jeugdige Nederlanders van geluk mogen spreken, de toekomstige echtgenooten te zijn van meisjes, zooals Rembrandt ze niet geschilderd en Hooft ze niet bezongen heeft."
HEILE, een lichte vrouw, heeft afspraak gemaakt met een drietal minnaars, die achtereenvolgens bij haar zullen komen; maar de afspraak loopt in de war, en zoo is een hunner, WILLEM HOOFT, nog bij haar, als zijn medeminnaar, ook weer een priester, komt aankloppen. WILLEM wordt inderhaast in een ruimen bak gestopt, daarin opgeheschen tot aan de zoldering en het touw vastgemaakt.
Opmerkelijk is het, dat in de eerste huwelijks-aanteekening alleen de leeftijd van de Bruid, en in de tweede alleen die van den Bruigom vermeld wordt. De lezer zij wijders verzocht op de eerste bladz. van dit hoofdstuk voor "den eersten November" te lezen "den twintigsten November." 1 November had de aanteekening, 20 Nov. het huwlijk plaats, als het bruiloftsvers van Hooft ons leert.
Daerom sal men eer het bruynachtigh en tamelijcken wit verkiesen." 200. maeghde-krans. Vgl. o. v.: Ick was ontijdigh groen, en hy begon te mallen. Dies is de maeghde-krans my van het hooft gevallen. De vrijer spreekt tot de vrijster "met een ghebroken maeghdekrans." "De nieu-gepluckte bloem, niet lange na de dagen, Dat sy den maeghdekrans niet meer vermocht te dragen."
Zoo geeft hij zeer uitvoerige beschouwingen over bekende, klassieke Hollandsche dichtstukken: Rotgans, Feith, Hooft, Bilderdijk neemt hij kritisch onderhanden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek