Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
De lange stokken met de gevaarlijke punten hielden hen overal tegen, en menigeen stortte doodelijk gewond ter aarde. 't Bleek hun al spoedig, dat de vijand hun te machtig was; de eenvoudige boeren waren leeuwen geworden, en nadat menige Spanjaard gesneuveld was, kozen de anderen het hazenpad en keerden zoo snel mogelijk naar Saardam terug.
Onze hulp is daar noodig, mannen!" sprak 't Oude Hoen somber. En dreigend liet hij er op volgen: »Wee den Spanjaard, die in onze handen valt!" Aldus geschiedde, en met krachtige slagen roeide men voort in de richting van Saardam. Vele vluchtelingen, waaronder ook vrouwen en kinderen, zag men in de verte naderen, en men hoorde hun jammergeschrei.
Indien zij echter gemeend hadden, dat hunne tegenwoordigheid slechts van korten duur zou zijn, hadden zij zich deerlijk bedrogen, want de Spanjaarden namen ongevraagd bezit van hunne woningen, en lieten zich goed bedienen. Blijkbaar waren zij niet van plan, spoedig naar Saardam terug te keeren.
»Zoo zie je, Marten, we zijn van den regen in den drop gekomen," zei Hooft met een diepen zucht. »Te Saardam zijn wij de honderden Spanjaarden ontloopen, om hier door duizenden te worden ingesloten. God weet, wat nog het einde zal zijn. Ik vrees, dat Haarlem bezwijken zal, en wat dan?" »Ja, wat dan?" vroeg Marten. »Ik weet het niet, maar Anna moet in ieder geval het einde niet afwachten.
De twee roeiers waren Pieter en Aelbert Bleeker, die zich, beschermd door de duisternis, naar den vijand spoedden, om hun te berichten, dat Saardam thans geheel van troepen ontbloot en dus eene gemakkelijke prooi geworden was. Met het verradersloon in den zak keerden zij na middernacht terug.
In al zijn ellende had hij daar nog niet aan gedacht, maar nu nam hij zich voor, er zoo spoedig mogelijk met zijn neef over te spreken. Intusschen nam de brand te Saardam nog steeds in hevigheid toe, en niemand van de toeschouwers twijfelde meer, of het gansche dorp werd met den grond gelijk gemaakt.
't Waren Willem Hooft en zijn vrouw, die, dadelijk na den inval der Spanjaarden in Saardam, met hun geld en kostbaarheden de vlucht hadden genomen naar Haarlem, waar zij veilig meenden te zijn. Zij noodigden de beide jongelieden vriendelijk uit, bij hen hun intrek te nemen, wat natuurlijk gaarne aangenomen werd. En het vijftal bracht den avond druk pratende door.
Anna snelde hen vooruit naar de woonkamer, en kondigde de komst der beide jongelieden aan. Een man en een vrouw heetten hen hartelijk welkom, en Marten herkende in hen direct een echtpaar, dat hij te Saardam meermalen had gezien.
Alles deed zig dus aan ons voor, om onze onderneming met eenen goeden uitslag bekroond, en de rust in de geheele Volkplanting hersteld te zien. De Plantagie Saardam, die toen aan den Colonel DES BORGNES, uit hoofde van zyn huwelyk, toebehoorde, op onzen weg liggende, hielden wy daar stil. Ik vond 'er eenen Americaanschen matroos, welke melasse, of suiker-syroop, inlaadde.
Wij bezitten niets meer, niets..." En dreigend de vuisten opheffende naar Saardam, waar de gevloekte Spanjaarden thans den vergaarden buit verdobbelden en verbrasten, riep hij uit: »Maar wreken zal ik mij op dat gespuis, dat mij tot den bedelstaf heeft gebracht. Ja, bloedig zal ik mij wreken!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek