United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


De illustraties van den tekst werden door uitnemende kunstenaars geleverd, onder wie ook de onlangs gestorven caricatuurteekenaar Caran d'Ache. In 1885 verplaatste Salis de kunstzaal naar de straat Victor Massé, waar de Chat Noir zijn grootste triomfen vierde. Tegenwoordig is er nog slechts een flauwe naglans daarvan over.

Ook kon zij vrij goed lezen en schrijven, en de weinige boeken, die de ~Stroeve~ bezat, en die meerendeels bestonden uit reisbeschrijvingen, had zij met aandacht gelezen. Maar ook zij was uit een vreemd en ver land, en een wonderland tevens, verzekerde zij. Als een jong kind had zij het verlaten, maar de schitterende zon er van, straalde nog met warmen naglans in hare verbeelding.

»Dit doodsmerk och! vijftien jaren geleden reeds hadden matig scherpe oogen het er op kunnen waarnemen. Ook toen reeds had sedert lang de onverbiddelijke macht, die men Tijdgeest noemt, het vonnis van ondergang geveld over burchten en kasteelen, ridders en douairières, over alles wat zijn recht op voortbestaan nog slechts ontleende aan een afgedaan verleden. Maar toch was toen onder de Geldersche boeren een edelman nog een edelman, en een adellijk slot had, in den Achterhoek althans, nog ruimte om te ademen. Zoo stond dan ook de trotsche Nijenhorst, als van eeuwen her, nog schijnbaar veilig te midden van hare uitgestrekte woudgronden; en haar bewoner, binnen hare sterke muren gezeten als op het voetstuk van eene nog niet ganschelijk neergerukte traditie, genoot, zoo niet meer de macht en de voorrechten, dan ten minste nog het aanzien van een adellijk heerschap op zijn domein. Helaas echter! zijn opvolger, de laatste baron, had het tij geheel verloopen gevonden. Het menschengeslacht, dat bij zijn opgroeien den matten naglans der feodale overleveringen nog had aanschouwd, was sedert ook in de Graafschap uitgestorven; wat de vaders niet meer gevreesd, maar toch uit een overgeërfd gevoel nog geëerbiedigd hadden, dat bleef in het oog der zonen slechts een log en tergend anachronisme, van welks karakter zij niets meer begrepen, welks geschiedenis hun geen belang inboezemde, welks eerbiedwaardigheid hun belachelijk voorkwam: een onding, dat hun door zijne aanmatigende grootte hinderlijk was, en dat dus voort moest. Voort ging het dan ook. De Tijdgeest is als Juggernaut's wagen: eene zegekar voor wie hem volgen: doch wat hem in den weg staat, dat vermorzelt hij. De Joden en de dorpers nu kwamen

Het was ondertusschen halfzes geworden en, schoon 't nog zeer licht was, de zon was al ondergegaan en wij konden ons nog alleen in den kouden naglans verheugen. Het bleek nu welk een dolle streek het eigenlijk was, in de maand October na den middag een watertochtje te beginnen; er stak een zéér koel windje op, en wij vonden 't beter binnen te gaan.

En of ik sloeg de biddend bleeke handen In ootmoed samen, starend naar haar vluchten Kussend de lucht, waarin haar beeld verdween, Ik zag het zwart heelal met donkre wanden, En onvermurwbaar voor gebed en zuchten Liet zij mij in de duisternis alleen. De nacht kwam aan, de zon ging onder, De naglans van den dag verdween, De trein met onverpoosden donder Jaagt door het donker landschap heen.

Wel was, toen Hooft der beide republieken zijn fijn compliment maakte, de kloeke kracht van den Leeuw met het boek aanmerkelijk gebroken, en was de tijd niet meer verre, waarop hij zijn langen doodslaap zou gaan slapen: maar toch, in die dagen speelde nog om het hoofd der venetiaansche republiek de naglans van een grootsch, een schitterend verleden; en de roem van weergaloos vernuft mocht haar ook toen nog niet worden betwist.

Hier en daar begonnen reeds zwakke lichtjes te blikkeren en aan den einder, wijd over 't verre, wegsomberend en golvend land, rees de maan, groot en rond, met doffen nevelgloed, als een dood lichaam, dat met een zwakken naglans nog naar al die verleden en vergeten dingen eener vroegere grootheid komt kijken.

Kort na 1848, toen het liberaal-zijn in de politiek nog iets veel deftigers en veel gekleeders was dan tegenwoordig, was die oom en oude vrijer, als lid van een liberaal Kabinet, een tijd lang minister van Buitenlandsche Zaken geweest, en nog in zijne A'sche rust omgaf hem de naglans dier Haagsche grootheid.