United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wenkte den Hadschi, wees hem den bode en zeide: Verlies hem niet uit het oog, en wanneer hij weggaat volg hem dan om te weten waarheen hij zich begeeft! Waarom, Sihdi? Omdat ik hem verdenk door de Aladschy's belast te zijn om ons gade te slaan. Daarom bekeekt gij hem zoo aandachtig. Ik merkte dadelijk dat gij hem niet vertrouwdet. Maar wat kan hij ons voor kwaad doen?

Suef strekte den arm, om den Hadschi in de borst te grijpen, maar deze haalde bliksemsnel uit en gaf hem een zóó geweldige oorvijg, dat de man zijn pistool liet vallen en hals over kop tegen den grond sloeg.

Het veroorzaakt hem in ieder geval minder pijn dan de zweepslagen die hij heeft ontvangen. Vertelde hij dat? Ja, en hij was woedend over den kleinen Hadschi. Het ergerde hem bijzonder dat hij voor zich de dertig slagen had moeten kiezen, want ze waren even goed aangekomen als anders honderd.

Ik wilde u vragen, of gij van uw kleinen Hadschi reeds verlof gekregen hebt om hem, door den een of ander, een kogel door den kop te laten schieten. Zijt gij daar zóó bijzonder op gesteld? Ja, want dat is zeer wonderlijk. Heeft hij vandaag zijn Koranbladen reeds opgegeten? Vraag het hem zelf! Dat doe ik liever niet, want hij moest het mij eens kwalijk nemen.

Murad Habulam nam een trotsche overmoedige houding aan, kuchte en begon, zich tot mij wendende: Uw naam is Kara Ben Nemsi? Zoo noemt men mij hier, antwoordde ik. Gij zijt de Heer en Gebieder van dezen Hadschi Halef Omar, die naast u staat? Niet zijn gebieder, maar zijn vriend. Dat komt op hetzelfde neer. Bekent gij, dat hij mij geslagen heeft? Ja. En ook Humun, mijn dienaar? Ja.

Zoo steke dan ieder van u de handen naar mij toe, om daarin den regen der fortuin te ontvangen. Janik deed terstond wat Halef hem zeide. Hij sloot zijn vingers, bracht de pinken tegen elkaar en strekte de komvorm zijner handen Halef toe. Anka, dat ziende, deed eveneens. De kleine Hadschi tastte in den buidel, en begon te tellen.

Ik zal steeds aan u denken en u nooit vergeten. Ik drukte haar de hand en reed toen spoedig door. Ik kon haar vochtige oogen niet best zien. Halef volgde mij nog een eindje tot wij aan een boschje kwamen. Daar steeg ik af en ging de struiken in. De kleine Hadschi had den pot mede moeten nemen waarin de Sadar-absud was gekookt.

Nu, haal dan maar eens een mand! beval de kleine Hadschi aan den vader van deze hongerige schaar. Maar hij moet niet al te klein zijn! Waarvoor? vroeg de man. Ik wil deze laarzen gaarne uitschudden. De mandenmaker haalde een mand waaraan hij bezig was, en die reeds het een en ander kon bevatten. Hij hield dien in de hoogte.

Daar ging hij met de beenen kruiselings zitten, liet het hoofd tusschen de knieën rusten en keek ons verachtelijk aan, waarna hij ons den rug toekeerde. Effendi, met den dieë hebben wij afgerekend, zeide Halef. Wie komt nu aan de beurt? Humun antwoordde ik kortaf. Hoeveel? Twintig. Van wien? Dat moogt gij bepalen! Murad Habulam! De Hadschi was ook niet van gisteren.

Zij stonden op de spoorbaan, een locomotief te bewonderen, die juist een zandtrein voortsleepte. Zij hadden geen tijd zich om ons te bekommeren. De Hadschi ging weer zitten en zeide: Sihdi, ik weet dat gij niet graag over ons geloof spreekt; maar is het niet ook uw gevoelen, dat de Profeet soms wel een klein beetje ongelijk heeft? Dat zou ik u niet kunnen zeggen.