United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar daarvoor kunt gij mij nu wel een genoegen doen, en mijn voorspraak bij den Hadschi zijn. Goed, ik zal er hem nog eens over spreken! En mag ik er dan nog wat menschen bij halen? Daar heb ik niets tegen. Goed, ik kom spoedig terug. Ik moet dat aan den goeden Toma vertellen, die het gaarne zou bijwonen. Wie is die Toma?

O, neen, zeker niet. Ik zal een streng en rechtvaardig rechter zijn. Zou ik zijn vrouw ook arresteeren? Neen. Zij heeft haar man moeten gehoorzamen. Wij gingen nu weer naar buiten, waar wij door de anderen, waaronder ook Halef, werden opgewacht. De Kasa Mufti stootte mij aan en vroeg: Effendi is het nu niet een geschikt oogenblik. Waarvoor? Om een goed woordje voor mij bij den Hadschi te doen.

Dat willen wij gaarne gelooven, maar daar wij die tabellen hier niet hebben, zult gij zeker wel zoo goed willen zijn ons uw naam te zeggen. Jawel. Ik ben Scheriff Hadschi Schehab Eddin Abd el Khadar Ben Hadschi Gazali al Farabi Hu Tabit Mereman Abel Achmed Abu Baschar Chatid esch Schonahar! De beide spitsboeven hielden zich de handen voor de ooren en barstten in een luid gelach uit.

Het dienstpersoneel schreeuwde moord en brand, maar bleef op eerbiedigen afstand. Het was een helsch kabaal, tot Halef eindelijk opstond. Suef hinkte naar de plek, waar zijn pistool te land was gekomen, maar de Hadschi was hem te vlug af en schopte het weg, zoodat het tegen mijn stoel vloog en daar bleef liggen. Suef sprong het achterna om het op te rapen en kwam zoodoende binnen mijn bereik.

Dat zijn de mijnen, maar de uwen niet. Van hen behoef ik niets te weten, want zij zijn zóó beroemd, dat het onnoodig is iets van hen te weten! schreeuwde de Hadschi in grooten toorn. Dat is een zonderling ventje, dat gij bij u hebt, zei de opzichter hartelijk lachende. Een eerlijk mensch, trouw, bij de hand en zonder vrees, antwoordde ik. Voor dien kolenhandelaar is hij werkelijk niet bang.

De Hadschi deed wat hij hem vroeg, en hield die voor hem, terwijl hij ze naar alle kanten ronddraaide. Nog beter is het, ging ik voort, wanneer men de stof eerst in het vochtige gips drenkt, en daarna om het lichaamsdeel windt. En opdat het, droog geworden, het zieke lid geen pijn zou veroorzaken, legt men daar eerst een laag watten op.

Groot genoeg voor mijn doel; maar wat heb ik aan zoo'n prachtige Bostan fyschkyrmaju, als er het allernoodigste aan ontbreekt. Wat zou dat dan zijn? Zoo een is er wel niet? De kleine Hadschi was een en al opgewondenheid. Hij stelde zijn vragen op zulk een gewichtigen toon, alsof het om het heil der wereld te doen was. De vraag is maar, hoe lang gij die wenscht.

De verstuiking was minder erg geweest dan ik had gedacht. Nu trekt gij toch zeker die jichtlaarzen niet meer aan? vroeg de Hadschi op de genoemde voetbekleeding wijzende, die door het water er hoogst treurig uitzagen. Neen; ik laat ze hier.

Want gij moet weten dat de Hadschi dagelijks niet alleen een blad, maar een heele Sure uit den Koran opeet. En daarom hebben zelfs de kanonskogels geen vat op hem! Heer, ik begrijp er werkelijk niets van, maar de Profeet is in den zevenden Hemel en bij hem is alles mogelijk. Ik zal dien wonder-Hadschi toch eens wat nauwkeuriger opnemen. Doe dat.

Maar nu is het de vraag, wie Omar zal dooden. Ik neem hem voor mijn rekening, zeide Humun, de knecht. Goed! Dan blijft nog de kleine Hadschi over. Tot mijn spijt kan ik hem niet helpen, gewond als ik ben. Laat mij het dan doen, stelde Manach el Barscha voor. Het zal mij een genot zijn hem het licht uit te blazen. Hij is klein en schijnbaar niet sterk, maar het tegendeel is waar.