Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Wanneer ge niet oogenblikkelijk maakt dat ge weg komt, zal ik je een handje helpen! Ik trad op hem toe, en zeide: Hoor eens, nu maakt ge het toch wat al te bont; gij noemt mij een ezel! Wanneer gij geen eerbied hebt voor de afkomst van een Scheriff, dan verlang ik dien toch tenminste voor mijn persoon. Wanneer gij mij dien weigert, dat zal ik mij dien wel weten te verschaffen.
Hij liet den arm zinken, keek den waard dreigend aan en antwoordde mij: Ge hebt gelijk, Scheriff. Maar ik heb de waarheid lief en haat den leugen. Daarom werd ik zoo boos. Kom weer buiten! Ik volgde hem, en buiten deed ik alsof het van zelf sprak dat ik mij vrij bewoog, en hinkte naar de rivier. Er viel niet aan te twijfelen of de Aladschy's beschouwden mij zoo half en half als hun gevangene.
O hemel, ze hadden wel een rijker man zijn paard kunnen afnemen, dat zou Allah welgevalliger zijn geweest. En was er de Mubarek bij? Sedert wanneer zijn heiligen paardendieven geworden? Er zijn geen heiligen meer, zooals vroeger. Het is alles list en bedrog! Ik vertrouw niemand meer! Zelfs den vroomsten marabout of den voornaamsten Scheriff niet!
Ik hoorde namelijk dat de bewuste Scheriff hen had overwonnen! En gij vermoeddet dus niet dat de Scheriff de aanvoerder was dergenen die zij wilden opwachten? Die gedachte is niet in mij opgekomen. Maar later, toen zij wat kalmer waren geworden en bij de Raki zaten, haalde de een een briefje voor den dag, dat zij lazen. Ik hoorde dat gij dat aan een boom hadt gestoken.
Eindelijk vroeg hij, of zij dan geen Scheriff hadden gezien, die eveneens paard reed. Dat waart gij geweest, want ge hadt u verkleed. Jammer dat ik daar niet bij geweest ben. Ik had die gezichten wel eens willen zien! Ja Effendi, het was grappig, maar toch ook verschrikkelijk. Zulk vloeken en razen had ik nog van mijn leven niet gehoord.
En het aan de overheid overgeven? Daarvan had ik te Ostromdscha geen al te aangename ervaringen opgedaan. Met een zeker genoegen dacht ik er aan, wat de Skipetaren wel zouden zeggen, wanneer zij te weten kwamen, wie eigenlijk de domme Scheriff was geweest. Nadat ik een poosje had gereden, hield het bosch op. De weg liep nu langs de bedding der rivier, deze laatste links latende liggen.
Bij het woord Scheriff wierp hij op mij een onderzoekenden wantrouwenden blik. Ik wist nu wat hij had ondervonden, en kon zoo denken wat er gesproken was geworden. Daarom zei ik tot hem: Gij hebt gelijk, er is veel list en bedrog in de wereld. Ik zal echter eerlijk en oprecht met u zijn.
Dat willen wij gaarne gelooven, maar daar wij die tabellen hier niet hebben, zult gij zeker wel zoo goed willen zijn ons uw naam te zeggen. Jawel. Ik ben Scheriff Hadschi Schehab Eddin Abd el Khadar Ben Hadschi Gazali al Farabi Hu Tabit Mereman Abel Achmed Abu Baschar Chatid esch Schonahar! De beide spitsboeven hielden zich de handen voor de ooren en barstten in een luid gelach uit.
Een seconde bleef hij liggen van louter verbazing, toen sprong hij op en balde beide vuisten tegen mij. Nog eens? vroeg ik hem terwijl ik een stap achteruit deed. Ik was boos geworden en misschien hadden mijn oogen nu ook een andere uitdrukking dan wel paste voor een Scheriff, want de Aladschy deed een stap achteruit, staarde mij aan en riep uit: Mensch, gij zijt een reus!
Ik ben geen Skipetaar en ook geen Scheriff, maar een Frank, die volstrekt geen recht heeft den tulband te dragen. Zie maar! Ik nam den tulband af en liet hun mijn haar zien. Maar Heer! riep hij verschrikt uit, wat zijt gij onvoorzichtig. Gij waagt immers uw leven! O, zoo erg is het niet! In Mekka zou het gevaarlijker zijn dan hier, waar zooveel Christenen zijn!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek