United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ook gij zijt mij na en zijt mij dierbaar. En ik wensch, dit weet hij, dat ook gij met elkander bevriend zult worden en elkander nader leert kennen, want gij beiden zijt goede menschen." "Nu, dan blijft ons niets over dan elkander te omhelzen," schertste Wronsky op goedhartigen toon, terwijl hij Lewin de hand reikte. Deze sloeg snel toe en drukte ze stevig. "Kellner!

Met dien goedhartigen draak zou de worsteling inderdaad gevaar loopen een kinderachtig spiegelgevecht te worden, want zijn omvang en zijne logheid maken hem bijzonder weinig geschikt voor snelle en beslissende bewegingen; maar hij wordt bijgestaan door een paar lummels met pluimmutsen op het hoofd, die zijne traagheid op allerlei wijzen moeten aansporen, hetzij door zijn staart dreigend in de hoogte te tillen, hetzij door hem in vollen ren over het plein te laten hollen, achtervolgd door den schitterenden Sint-George op zijn paard, die tegen altijd nieuwe gevaren schijnt te strijden, telkens bedreigd door de lagen en listen van den zoo goedigen en komischen demon.

Is er dan niemand hiervroeg ze om zich heen ziende, »die een boodschap wil overbrengen voor een arme meid als ik benDit beroep maakte indruk op den goedhartigen kok, die met eenige andere bedienden stond toe te kijken; hij kwam naar voren. »Breng haar boodschap over, Joezei deze man.

"Mijnheer", antwoordde de grijsaard, "ik had een gedeelte van dit geld bestemd voor een goedhartigen bon-vivant die groote erfenissen heeft te wachten, welke hij zeer menschlievend gebruikt om kleine meisjes uit de wereld af te zonderen en hun woningen te meubileeren, maar daar u de geheele som noodig hebt, is zij ter uwer beschikking, als u mij slechts waarborgen kunt geven."

Talbot vroeg op den hem eigen vriendelijken, goedhartigen toon, of ik nieuws had. »Ja," antwoordde ik, »ik heb ontdekt, dat gij een schurk zijt!" »Dat is zeker iets nieuws," zeide hij; »en het vreemdste daarbij is, dat de brief van Clara daarvan de overbrenger is. Doch dit is eene taal, Frank, die zelfs uwe ongelukkige gemoedsgesteldheid niet kan verontschuldigen. Trek uwe woorden in!"

Volkomen contrast van zijn goedhartigen vader, had zij zijne jeugd naijverig bewaakt, had zij gezorgd, dat hare kinderen in eerbiedige vrees voor hunne ouders leefden; had zij alle opwellingen van jolige uitgelatenheid en speelsche dartelheid met vaste hand onderdrukt; had zij de herinnering nagelaten van haar krachtig karakter en hare onbestreden opperheerschappij in den huiselijken kring.

Maar ook zonder de getuigenis van den spiegel dacht zij, dat het ook nu misschien nog niet te laat was, waarbij zij zich Sergej Iwanowitsch herinnerde, die altijd heel vriendelijk jegens haar was, en een vriend van Stiwa; den goedhartigen Turowzin, die gedurende de scharlakenkoorts haar kinderen zoo trouw met haar verpleegd had en op haar verliefd was.

André trad nogmaals ter zijde. De referendaris scheen van den ondergeschikten ambtenaar geen »notitie" te willen nemen. Misschien keurde hij het af in zijn buitengemeen goedhartigen vriend Van Berenvelt, dat deze zulk slag van menschen bij zich aan huis ontving. André verdween onder de gasten.

Met den Bisschop van Dominica, Monseigneur Schelfhout, maakte ik kennis, en ontmoette in hem het type van den goedhartigen Vlaming, die verheugd was eens Hollandsch te kunnen spreken, en die mij zeer hartelijk ontving. In zijn kerk wordt meestal in het Fransch gepreekt.

Van de bedaagde personen, die in onzen roman voorkomen, vind ik het uitstekendst getypeerd Jan Edeling, den grimmige maar goedhartigen vader van Hendrik Edeling, met wien Saartje trouwt. Jan is het type van den patriarchalen huistyran. Zijn zoon zou 't in den kop krijgen een huwelijk te doen naar eigen zin?! Het meisje trouwen op wie hij verliefd is? Geen denken aan! Aan den vader hoort de beslissing. Wat weerga, ze zijn niet van een geloof. Hij, Jan Edeling, de afstammeling van den vriend van Martin Luther, hij, die nog den inktkoker in z'n bezit heeft, dien Luther "bij zekere gelegenheid den duivel naar den kop smeet, toen die 't al te grof maakte," zou een "arke Noachs" van zijn huis maken. Het mocht wat! Neen, daar komt niks van in! Toch wordt de man getemd door Abraham Blankaart. Deze is door de schrijfsters met alle mogelijke deugden toegerust: een klaar verstand, een gevoelig hart, en een soort van weldadigheid, die, snoevend en blufferig als ze mag zijn, niettemin weldadigheid, ik zal niet zeggen: in den besten zin des woords, maar dan toch in heel goeden zin is. De verliefdheid der schrijfsters op deze figuur heeft hen, als ware 't op het beslissende oogenblik, verhinderd haar van even groote uitbeeldingsvoortreffelijkheid als die van den ouden Jan Edeling te doen zijn. En dit niet zoozeer, als figuur op zichzelf beschouwd, maar als deel van het organisch geheel van den roman. [p.268] Dit laatste ziet er eenigszins raar en moeilijk uit. En ik weet op het oogenblik geen beter middel, 't heel gewoon en klaar voor u te maken, dan u mijn eigen gedachtengang daaromtrent bloot te leggen. Wij moeten, om te beginnen, wel onderscheiden, w