United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


In 268 werden zij door de Rom. onderworpen. Pictavi, zie Pictones. Picti, in de 4de eeuw n. Chr. voor het eerst voorkomende naam van een volksstam in het Noorden van Schotland; ze woonden ten N. van de Firth of Forth, terwijl de Scoti, die tegelijk met hen optreden, in Zuid-Schotland en Ierland wonen. Pictones of Pictavi, machtig gallisch volk in het tegenw. Poitou. Pictor, zie Fabii no. 24 vv.

Lysimachus vergrootte de stad in 268 en legde een nieuwe haven aan, daar de oude dicht geslibd was door de aanslibbingen van den Cayster; maar haar toppunt van bloei bereikte zij onder de rom. keizers als hoofdstad der provincie. Ephesus dreef voortdurend een levendigen handel en was de voornaamste stapelplaats van Klein-Azië.

Eveneens als met Van der Wall is het ook met den maagschapsnaam Van der Hoek, te Leeuwarden inheemsch; zie bl. 268. Eene enkele maal komt het voor dat twee afsonderlike namen, beiden aan één enkel geslacht eigen, door misverstand aan elkanderen worden geschreven, dus tot éénen naam worden saamgesmolten.

Physiologie, vol II, p. 268. Deze verhouding der deelen, die het staan voor den mensch tot een werkzame, vermoeiende inplaats van tot een rustige houding maakt zou dus zijn overeenstemmende afkomst met de overige zoogdieren verraden, indien we uitsluitend op zijn organisatie letten.

Beneventum, vroeger Maleventum geheeten, stad der Hirpini in Samnium, door Diomedes gesticht. V. s. werd hier Pyrrhus door M'. Curius Dentatus in 275 verslagen, v. a. werd die slag ergens in Lucanië geleverd. In 268 werd het latijnsche kolonie, waarop de naam boni ominis gratia in Beneventum veranderd werd. Onder de keizers werd het zeer begunstigd.

Vgl. het merkwaardig stuk van NAP. DE PAUW in Ned. Museum, 1879. Lekensp., B. III, c. 3, vs. 969 vlgg. Melib., 55-58. Oudvl. Lied. en andere Ged., bl. 268. DE VREESE, a.w. bl. 24. Alex., vs. 6, 29; Merlijn, 6 vlgg.; Troyen, 24-26; Rijmb., I, 73 vlgg. Proloog v.d. Lekensp.; M.e.V. Heim., vs. 25 vlgg.; KAUSLER, Denkm., III, bl. 215. S. Amand, II, 5333 vlgg.; Tien Plaghen, 30-33; Sp. der Zond.

Hij werd door H. bij de Trebia verslagen. Sempr. Sophus, consul in 304, onderwierp de Aequi. In deze hoedanigheid vermeerderde hij het aantal tribus met twee. Sophus, consul in 268, voltooide de onderwerping van Picenum. Tuditanus diende in 146 onder L. Mummius in Griekenland en was consul in 129. Sena gesticht, sedert 283 rom. kolonie.

Vroeger droegen ook inderdaad de aanzienlijken een aigrette van reigerveêren, bevestigd aan een edelgesteente, op hun tulband, en de pacht voor de vergunning tot het plukken der vogels maakte deel uit van de staatsinkomsten. Nog in de laatste jaren moest de pachter 268 roepijen betalen en 2999 veeren buitendien inleveren, geen één meer of minder.

Een tijd lang was het in bezit der senonische Galliërs, doch na hunne verdrijving keerde de umbrische bevolking terug en werd de plaats in 268 rom. kolonie. Thans Rimini.

Van de bedaagde personen, die in onzen roman voorkomen, vind ik het uitstekendst getypeerd Jan Edeling, den grimmige maar goedhartigen vader van Hendrik Edeling, met wien Saartje trouwt. Jan is het type van den patriarchalen huistyran. Zijn zoon zou 't in den kop krijgen een huwelijk te doen naar eigen zin?! Het meisje trouwen op wie hij verliefd is? Geen denken aan! Aan den vader hoort de beslissing. Wat weerga, ze zijn niet van een geloof. Hij, Jan Edeling, de afstammeling van den vriend van Martin Luther, hij, die nog den inktkoker in z'n bezit heeft, dien Luther "bij zekere gelegenheid den duivel naar den kop smeet, toen die 't al te grof maakte," zou een "arke Noachs" van zijn huis maken. Het mocht wat! Neen, daar komt niks van in! Toch wordt de man getemd door Abraham Blankaart. Deze is door de schrijfsters met alle mogelijke deugden toegerust: een klaar verstand, een gevoelig hart, en een soort van weldadigheid, die, snoevend en blufferig als ze mag zijn, niettemin weldadigheid, ik zal niet zeggen: in den besten zin des woords, maar dan toch in heel goeden zin is. De verliefdheid der schrijfsters op deze figuur heeft hen, als ware 't op het beslissende oogenblik, verhinderd haar van even groote uitbeeldingsvoortreffelijkheid als die van den ouden Jan Edeling te doen zijn. En dit niet zoozeer, als figuur op zichzelf beschouwd, maar als deel van het organisch geheel van den roman. [p.268] Dit laatste ziet er eenigszins raar en moeilijk uit. En ik weet op het oogenblik geen beter middel, 't heel gewoon en klaar voor u te maken, dan u mijn eigen gedachtengang daaromtrent bloot te leggen. Wij moeten, om te beginnen, wel onderscheiden, w