Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


I, p. 218. Oudvl. Ged., III, 105; Tien Plaghen, vs. 43-44. A.w. vs. 64 vlgg. A.w. A.w. I, 113 vlgg., 312 vlgg. Daarbij: Oudvl. Lied. en Ged., bl. 270 en Brab. Yeesten, V, 3181 vlgg. DE VREESE, t.a.p. bl. 13. Een goed voorbeeld van dien invloed vinden wij in de persoonlijkheid en het werk van den dichter wiens naam hierboven staat.

Voorts Romania, IX, 311; XX, 1-55, 513-578 en Zeitschr. f. rom. phil., IV, 74-80. Een afzonderlijk onderzoek zal misschien de verhouding der beide gedichten kunnen bepalen. Vgl. D. War., II, 352; III, 242; Belg. Mus., II, 237. De stukken, hier niet nader aangeduid, zijn te vinden: D. War, VII, 377; IX, 6, 142; Vad. Mus., II, 151; Oudvl.

In VELDEKE'S invloed op de Hoogduitsche literatuur, in den invloed door MAERLANT en RUUSBROECK geoefend op de schrijvers die na hen kwamen, hebben wij in onze literatuur de eerste voorbeelden van de literaire vorming welke een volgend geslacht van het voorgaande ontvangt. Vgl. Mr. Vgl. Neerl., 1853, II, p. 5, 6. Oudvl. Lied. en Ged., p. 267 en Versl. en Med. Kon.

Op het laatste blad van het bekende Hulthemsch hs. waaraan ook dit stukje ontleend is, leest men: "Dits een rondeel.... Vrou met eren... nacht. Bonghe, bom wordt in het Mnl. Wdb. verklaard met trom; maar in de Oudvl. Lied., no. 38 wordt van de snaren der bonghe gesproken. Vgl. Tijdschr. v. N.T. en L., XIV, 260 vlgg. Vgl. Oudvl. Lied., no. 56, 41, 45, 49. Boek III, c. 43.

In Achte Persone Wenschen, vs. 20 te lezen 't Gelach in plaats van 't Gelaet dat geen zin geeft en ook niet in overeenstemming is met vs. 179-180. In de Oudvl. Lied. en Ged., bl. 233 vlgg. De invloed van den roman van de Roos op onze letterkunde werd nog versterkt door Fransche navolgingen. Vgl. Dits de Watriquet de Couvin.... par A. SCHELER, p. 1 suivv. Vgl. o.a.: Van Vrouw. e.v.

Limb., XI, 67 vlgg. te verg. met BLOMMAERT, Oudvl. Ged., I, 6 vlgg. Limb., IV, 1057-'69; 1298 vlgg.; III, 1159 vlgg. Limb., III, 1248 vlgg.; V, 2105 vlgg.; VI, 59; VIII, 822 vlgg.; X, 279 vlgg. Vgl. de uitgave van WILLEMS, Introd., VIII. Misschien was de berijmer ooggetuige.

De liederen op bl. 247, 261, 276, 279, 280, 294, 303, 311 herinneren door vorm en inhoud aan vele der 145 die den bundel openen. Op bl. 459 wordt Brugge genoemd als woonplaats van den dichter; juist dat gedicht vertoont in de aanvangsletters zijner laatste verzen den naam JAN MORITOEN; dezelfde als JAN VAN HULST? Over den zanger EGIDIUS te verg. no. 98 en no. 100 der Oudvl.

Vgl. het merkwaardig stuk van NAP. DE PAUW in Ned. Museum, 1879. Lekensp., B. III, c. 3, vs. 969 vlgg. Melib., 55-58. Oudvl. Lied. en andere Ged., bl. 268. DE VREESE, a.w. bl. 24. Alex., vs. 6, 29; Merlijn, 6 vlgg.; Troyen, 24-26; Rijmb., I, 73 vlgg. Proloog v.d. Lekensp.; M.e.V. Heim., vs. 25 vlgg.; KAUSLER, Denkm., III, bl. 215. S. Amand, II, 5333 vlgg.; Tien Plaghen, 30-33; Sp. der Zond.

Mus., I, 82, 86, 322, 324. Beider werken vindt men in BLOMMAERT'S Oudvl. Ged., II en III. Tijdschr. v. N.T. en L., XII, 103. Men vindt de hier bedoelde stukken in VERWIJS' Van Vrouwen ende van Minne, p. 1, 8, 40, 42; Vad. Mus., I, bl. 80, 318; KAUSLER, Denkm., III, 162; BLOMMAERT, Oudvl. Ged., II, 111-120; Tijdschr. v. N.T. en L., XI, 286, vs. 15; XII, 103.

Woord Van De Dag

doppe

Anderen Op Zoek