Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Omtrent dezen tijd heeft J. Flieterp. Zie onze aanteekeningen op bl. 286, 288 en 359. Bl. 101. In den jaare 1313 is de Landsheer Martena overleden.
Mus., I, 82, 86, 322, 324. Beider werken vindt men in BLOMMAERT'S Oudvl. Ged., II en III. Tijdschr. v. N.T. en L., XII, 103. Men vindt de hier bedoelde stukken in VERWIJS' Van Vrouwen ende van Minne, p. 1, 8, 40, 42; Vad. Mus., I, bl. 80, 318; KAUSLER, Denkm., III, 162; BLOMMAERT, Oudvl. Ged., II, 111-120; Tijdschr. v. N.T. en L., XI, 286, vs. 15; XII, 103.
Vertaald door Mr. C. v. Vollenhoven 's Gravenh. 1899 blz. 113. Verantwoordingh v. d. wettel. regiering enz. Parijs blz. 286. Beiden waren remonstrantsch gezind. Ibid. Deze Frans Junius werd in 1609 opgevolgd als prof. door den bekenden Arminius, van wien de partij haar naam kreeg. Brandt p. 13. Fruin. Geschiedenis van de inleid. tot de Holl. rechtsgel. uitgave van Fockema Andreae.
Carambis, Karambis, stad en kaap in Paphlagonia. Caratacus = Caractacus. Carausius, door Diocletianus belast met eene vloot de gallische kust tegen frankische en saksische zeeroovers te verdedigen, voer naar Britannia en liet zich daar tot Augustus uitroepen, 286 na C. Hij handhaafde zich, tot hij in 293 vermoord werd.
De heer Spitz heeft ongetwijfeld een voortreffelijk werk gedaan, met de Middelnederlandsche Beatrijs "na te vertellen," d.w.z.: behoudens enkele uitlatingen en wijzigingen, waarop ik zoo dadelijk zal terugkomen te vertalen. Maar die voortreffelijkheid zie ik vooral daarin, dat zijn arbeid wellicht menigeen zal aansporen het oorspronkelijke te gaan lezen, met behulp van zijn overzetting, waardoor het voor ongeoefenden zoo lastige en vervelende naslaan van een woordenboek kan worden vermeden. Want en hierop lette men wel: zoude zijn werk sommige lezers er toe brengen zich met dat werk alléén tevreden te stellen, dan is m.i. de verdienste van dezen vertaler in een schuld, en geen geringen, verkeerd. Een schuld, niet jegens die lezers, die allicht toch nooit op de gedachte zouden zijn gekomen, het oorspronkelijke te lezen, maar jegens den ouden dichter, wiens werk zulke [p.286] lezers zich nu misschien verbeelden zóó te hebben leeren kennen, dat zij het in zijn ware en diepste wezen konden beluisteren, terwijl dit absoluut niet het geval is. De vertaling is, in den min of meer luchtigen zin, waarin journalistische critiek zulk eene qualificatie pleegt cadeau te doen, een goède vertaling; maar de literaire kunst-critiek, of hij die h
Daar hij inzag, dat bij de toenemende invallen der barbaren het rom. rijk te uitgebreid was voor één regent, nam hij in 285 Maximianus tot Caesar, en in 286 tot Augustus en mederegent aan, wien hij het W. des rijks toevertrouwde, terwijl hij zelf de zorg voor het O. behield.
Behalve bij SCHOTANUS, t. a. p. 286, is dit Zeendregt, met vertaling en belangrijke verklarende Aantt. van WIERDSMA, afgedrukt in het 2e st. der Oude Friesche Wetten, 201, 207.
Niet genoeg bezet en daarna bevrijd, werden deze schepen van 40 en 58 stukken echter door Kapitein PAAUW ten tweeden male vermeesterd . Memorien van den Grave de Guiche, bl. 262 en 277 van het orig. en 270 en 286 van de vert.
Putant nimirum homines jam fundata societate ob utilitatem publicam aliquam bonorum partem inter se divisione, de reliquis vero convenisse, ut fierent primi occupantis, solum sibi reservante jus usus innoxii rerum alienarum, et jus sibi sumendis in extremo necessitate, quantum ad conservationem necessarium foret. Cfr. Cathrein. Phil. mor. blz. 286.
Het doel des Stichters was eene kweekschool voor de wetenschappen, welke destijds bijzonder door de Benedictijnen werden beoefend, aan te leggen. Oudh. en Gest. II. 286; West. Jaarb. I. 123; F. Sjoerds, Jaarb. II. 55, 56, 270, enz.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek